Hoofdstukken
Een taal leren is moeilijk. Over het algemeen is het begin het moeilijkst, maar er komt een punt waarop je zinnen kunt bouwen zonder dat je woorden in het woordenboek hoeft op te zoeken en je online taalcursus echt leuk begint te worden.
Een paar maanden later raak je gefrustreerd. Je voelt dat je niet meer verder raakt. Je maakt steeds weer dezelfde fouten, ook al weet je beter. Klinkt dit je bekend in de oren? Maak je geen zorgen! Je hebt een leerplateau bereikt, een moment waarop je hersenen even de tijd nemen om alles wat je al geleerd hebt te verwerken.
Om jezelf uit deze stilstaande fase te bevrijden, kun je nieuwe leermethoden uitproberen, of echt je fouten gaan bekijken op een verstandige en logische manier.
Waarom is Duits leren zo moeilijk?
Veel mensen die Duits leren klagen dat het erg ingewikkeld is.
Dit is te danken aan een vreemde tegenstrijdigheid - de taal heeft veel verschillende regels voor hetzelfde grammaticale onderwerp, maar ook genoeg voorbeelden die andere regels volgen, zodat ze nauwelijks als uitzondering kunnen worden beschouwd - terwijl er eigenlijk heel weinig échte uitzonderingen op de regels zijn.
De Duitse taal heeft geslachten en naamvallen

Het meest schokkende aspect van het Duits is misschien wel het feit dat het zowel geslachten als naamvallen kent. In het Nederlands hebben we enkel geslachten - voor zelfstandige naamwoorden tenminste. Het Duits heeft drie geslachten - vrouwelijk, mannelijk en onzijdig. En deze drie geslachten moeten in vier naamvallen worden verbogen: nominatief, accusatief, datief en genitief.
Het hoofdlettergebruik is anders in het Duits
Voor wie Duits schrijft, is er ook een heel andere benadering van het hoofdlettergebruik. Zelfstandige naamwoorden krijgen ALTIJD een hoofdletter, en verder alleen beginwoorden: het begin van een zin (ook na een dubbele punt als het een hoofdzin is) en het begin van een titel. Maar geen bijvoeglijke naamwoorden, werkwoorden of bijwoorden in titels van boeken, liedjes of films.

Wacht niet langer en ga aan de slag met bijles Duits!
Woordvolgorde
Hoewel de elementaire zinsstructuur in deze taal vergelijkbaar is met het Nederlands, kent het Duits meer flexibiliteit in de woordvolgorde als gevolg van het gebruik van naamvallen. Het heeft echter zeer strikte regels over waar het werkwoord precies komt, afhankelijk van of het in een hoofdzin (tweede plaats) of een bijzin (aan het eind) staat.
Foute vrienden
Omdat Duits en Nederlands dezelfde oorsprong hebben, klinken veel woorden hetzelfde, maar dat wil niet zeggen dat ze altijd hetzelfde betekenen. Het kan moeilijk zijn om de ware betekenis van deze "foute vrienden" te leren kennen.
Samengestelde woorden
Handwerksmeisterbrief? Automobilherstellergarantie? Zo'n woorden komen vaak voor in het Duits en het kan knap lastig zijn om ze te ontrafelen. Deze post kan je helpen, maar soms zijn het gewoon die kleine dingen die het moeilijk maken om een vreemde taal te leren.
Veel voorkomende spelfouten in het Duits
Op zichzelf is de spelling relatief eenvoudig. Er zijn echter een paar valkuilen voor de Nederlandstalige student Duits, met name woorden die lijken op Nederlandse woorden, maar toch een heel andere betekenis hebben. Heel vaak zijn er subtiele verschillen in spelling waardoor je je gemakkelijk kunt vergissen.
Bijvoorbeeld, wanneer je "f" of "ph" moet gebruiken (veel woorden van Griekse oorsprong werden gegermaniseerd, maar de namen van academische vakken behouden hun "ph" - en krijgen een uitgang op -ie in plaats van -y), het verschil tussen "wieder" (opnieuw) en wider (tegen), of wanneer bijvoeglijke naamwoorden eindigen op "-ig", "-ich" of " -isch".

Veelvoorkomende Spreekfouten in het Duits
Omdat de spelling en de uitspraak meestal overeenstemmen, zouden woorden zelden verkeerd mogen worden uitgesproken - toch zijn er bepaalde klanken die wat oefening vergen en bepaalde nuances die het oog van een ongeleerde student over het hoofd kan zien, zoals die vervelende kleine puntjes die boven sommige klinkers staan.
De bijna zuivere klinkers van het Duits zijn al moeilijk genoeg; er is ook een neiging om over "ä", "ö" en "ü" heen te glijden en ze uit te spreken als "a", "o" en "u" - maar umlauten veranderen de klank van de klinkers en het is dus erg belangrijk om ze correct uit te spreken. De uitgangen met "-e" zijn bijzonder subtiel en moeilijk om precies goed te krijgen.
Dan zijn er nog andere letters die niet precies worden uitgesproken als in het Nederlands - "c" en "z", bijvoorbeeld.
Lees hier meer over veel gemaakte fouten in de Duitse uitspraak.
Hoe vermijd je enkele veelgemaakte Duitse grammaticafouten?

Het juiste geslacht gebruiken is waarschijnlijk de grootste uitdaging voor iedereen die de taal leert; en het correcte gebruik van hoofdletters de tweede. De derde is natuurlijk de plaats van het werkwoord.
Waar zet je het werkwoord precies?
In normale zinnen - binnen een hoofdzin - komt het werkwoord altijd op de tweede plaats, ongeacht wat er eerst komt. In een bijzin komt het werkwoord aan het eind. Als de werkwoordsvorm een hulpwerkwoord bevat, komt het hulpwerkwoord op de tweede plaats en het deelwoord helemaal aan het eind in een hoofdzin, en helemaal aan het eind na het deelwoord in een bijzin. Infinitieven in een infinitiefzin komen ook aan het eind, maar als je een vraag stelt zonder een vraagwoord te gebruiken, komt het werkwoord eerst.
Ontdek hier meer over grammaticale fouten in het Duits.
Kleine foutjes die makkelijk te maken zijn
Maar ook kleine dingen kunnen je in de war brengen - of je bijvoorbeeld "wenn" of "wann" gebruikt als je "wanneer" bedoelt (dat is ingewikkeld), "will" of "werde" als je "zal" bedoelt ("werde"), en of je moet ontkennen met "kein" of met "nicht" ("kein" is voor het ontkennen van zelfstandige naamwoorden, terwijl "nicht" werkwoorden ontkent).
Uitzonderingen op de regels in de Duitse grammatica
Duits zou geen echte taal zijn mocht het geen uitzonderingen hebben.
Het "zwakkere" geslacht: mannelijke woorden met tweede declinatie
Het Duits verbuigt netjes alleen de lidwoorden, en niet de zelfstandige naamwoorden zelf (met uitzondering van de genitief, natuurlijk). Maar dan is er de zogenaamde "tweede declinatie" of "zwakke mannelijke woorden" (en één onzijdig woord, "das Herz"), waarin het mannelijke woord in kwestie een "-n" of "-en" krijgt in elke naamval behalve de nominatief. Het fascinerende is dat er uitzonderingen zijn op deze uitzonderingen, met tweede declinaties die een ander patroon volgen.

Duitse werkwoorden met een onlosmakelijk voorvoegsel
Terwijl in de meeste huwelijken tussen een werkwoord en een voorvoegsel de twee een open relatie hebben, waarbij het voorvoegsel vaak alleen afdwaalt naar het einde van een zin, bestaat er een groep werkwoorden waarbij de twee zo onafscheidelijk zijn als tortelduifjes. De specifieke voorvoegsels die aangehecht blijven zijn: Be-, Emp-, Ent-, Er-, Ge-, Miss-, Ver-, Voll- en Zer-.
Een taalcursus Duits vind je hier.
Duitse voorzetsels met de genitieve naamval
Hoewel de meeste voorzetsels die we leren de accusatief of de datief hebben, is er een kleine, nogal elitaire groep die de genitief heeft. Dit zijn woorden die vaak behoren tot een iets verfijndere taal en dus niet zo vaak voorkomen in het alledaagse taalgebruik. De meest voorkomende, zoals "wegen", "während", "trotz" en "dank", worden regelmatig gebruikt met de datief bij het spreken, een praktijk die steeds meer aanvaard wordt door grammatici.
Thuis in het Duits
Als we het over "thuis" hebben, heeft de Duitse taal een paar bijzonderheden. Terwijl je anders "zur Apotheke" of "zu Lidl" gaat, ga je "nach Hause", en als je er eenmaal bent, ben je "zu Hause". De kleine "e" aan het eind is een restant uit een tijd dat het zelfstandig naamwoord ook nog verbogen werd.
Ondanks deze obstakels is Duits leren zeker de moeite waard - laat je dus niet van de wijs brengen door je fouten. Vergeet niet dat zelfs moedertaalsprekers fouten maken, en zij spreken de taal elke dag! Leer Duits online met Superprof-leraren. We beschikken over duizenden docenten over de hele wereld die Duits doceren via webcam. Je kunt ook leraren vinden voor les in persoon, waar je je ook bevindt.
Het platform dat privé leraren en leerlingen met elkaar verbindt