Of je nu net begint op de middelbare school, al bezig bent en een richting mag kiezen, of allang klaar bent en misschien zelfs wiskunde hebt gestudeerd, iedereen komt op een bepaald moment in aanraking met wiskunde A en B.
Maar wat is eigenlijk het verschil tussen wiskunde A en B? En als we kijken naar de verschillen op havo- en vwo-niveau, wat valt er dan op? Er bestaan veel mythes over wiskunde A en B. Sommige mensen zeggen dat wiskunde B alleen voor de ‘slimmere’ leerlingen is, terwijl anderen beweren dat je bij wiskunde A meer creativiteit kunt gebruiken. Dan zijn er ook nog mensen die vinden dat wiskunde D alleen is weggelegd voor de echte bollebozen.
Maar wat betekenen ze precies? En waarom zijn er eigenlijk verschillende soorten wiskunde?
Om ervoor te zorgen dat leerlingen hun talenten kunnen ontwikkelen, en bijvoorbeeld wiskundetalenten niet verveeld raken in een te eenvoudige les, is er een onderverdeling gemaakt in wiskunde.
- Wiskunde A draait vooral om statistiek, kansberekening en het werken met formules in praktische situaties. Dit sluit goed aan bij studies zoals economie, psychologie of geneeskunde.
- Wiskunde B gaat dieper in op algebra, formules, functies en meetkunde. Het is vooral geschikt voor technische of natuurwetenschappelijke richtingen.
- Wiskunde C lijkt op A, maar is minder uitgebreid en minder abstract. Dit vak is bedoeld voor leerlingen met een profiel in taal of cultuur.
- Wiskunde D is een extra vak voor leerlingen die wiskunde B al hebben en meer uitdaging willen. Je leert hier bijvoorbeeld over complexe getallen en modelleren.
Wiskunde is een breed vak, en dat zie je terug in deze onderverdeling. Bovendien is het een belangrijk vak, omdat het in allerlei aspecten van het dagelijks leven voorkomt. Daarom is het belangrijk dat iedereen op zijn of haar eigen niveau met wiskunde in aanraking komt.
Maar welke vorm van wiskunde past het best bij jou? En wat zijn precies de verschillen tussen wiskunde A en B? Lees snel verder om daarachter te komen en hoe je bijles wiskunde kunt volgen op Superprof.
Wiskunde A en B Verschil
Wanneer je moet kiezen tussen A en B, is het belangrijk om vooral te kijken naar hoe je bent in wiskunde. Of je nu op de havo of het vwo zit, wiskunde A kun je op beide niveaus doen.
Dit is ook het idee achter de verdeling: hoewel het niveau van de schoolvakken op het vwo vaak wat hoger ligt dan op de havo, zijn er ook op het vwo leerlingen die moeite hebben met wiskunde.
Om wiskunde voor iedereen toegankelijk te maken, is wiskunde A ontwikkeld. Bij wiskunde A draait het meer om de wiskundige vaardigheden die je later kan gebruiken in de opleiding die je kiest. Vaak zie je dat leerlingen die beter zijn in wiskunde voor B gaan en later een opleiding volgen die daarbij aansluit. Leerlingen die wiskunde A nemen, gaan vaak eerder richting taal- of sociale opleidingen.
Bij zulke opleidingen, zoals antropologie, sociologie of geschiedenis, speelt statistiek een belangrijke rol in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Daarom ligt bij wiskunde A de nadruk op vaardigheden die te maken hebben met statistiek: diagrammen, tabellen, formules en kansberekening.
Zoek je naar bijles wiskunde Amsterdam? Volg je bijles gerust via Superprof. Onze leraren staan voor je klaar!
Wat is het Verschil Tussen Wiskunde A en B?
Wiskunde B werd, net als wiskunde A, in de jaren tachtig ingevoerd op zowel havo als vwo. In vergelijking met wiskunde A is wiskunde B een zwaardere variant, met meer focus op exacte wetenschappen.
Leerlingen met de profielen Natuur & Gezondheid en Economie & Maatschappij kunnen kiezen tussen wiskunde A of B voor hun profiel. Voor de echte bèta’s, die Natuur & Techniek hebben en dus een sterke voorkeur hebben voor deze schoolvakken, is wiskunde B verplicht.
De thema's in B sluiten meer aan bij technische toepassingen van wiskunde, zoals algebra, goniometrische functies, meetkunde, differentialen, functies en grafieken.
Als je wiskunde B doet maar ook geïnteresseerd bent in thema's die meer voorkomen bij wiskunde A, zoals statistiek en kansberekening, is het verstandig om D toe te voegen.
Elk wiskundetype (A, B, C, D) past bij verschillende talenten en interesses, afhankelijk van hoe sterk je bent in exacte vakken en wat je later wilt studeren.
Verschil Wiskunde havo-niveau
Wiskunde A havo
- Gericht op praktische toepassingen van wiskunde in alledaagse situaties
- Minder nadruk op abstracte formules en bewijzen
- Lineaire en exponentiële verbanden (zoals groei en daling in grafieken)
- Statistiek: gemiddelde, mediaan, spreiding en boxplots
- Kansberekening met eenvoudige kansmodellen
- Tabellen en grafieken interpreteren in realistische situaties
Wiskunde B havo
- Meer technisch en abstract dan wiskunde A
- Voorbereiding op technische en exacte vervolgopleidingen
- Lineaire, kwadratische en wortelfuncties
- Vergelijkingen en ongelijkheden oplossen
- Formules herschrijven en algebraïsche vaardigheden
- Werken met machten, wortels en logaritmen
- Inleiding differentiëren (raaklijnen en hellingen bepalen)
Verschil Wiskunde vwo-niveau
Wiskunde A vwo
- Analyse van wiskundige modellen in realistische contexten
- Basis van differentiëren toegepast in praktijksituaties
- Uitgebreide statistiek: betrouwbaarheidsintervallen en hypothesetoetsing (basisniveau)
- Kansrekening met binomiale verdelingen
- Exponentiële en logaritmische groei- en vervalmodellen
- Lineaire en kwadratische optimalisatieproblemen in context
- Rekenkundige en meetkundige reeksen
Wiskunde B vwo
- Sterk theoretisch en verdiepend vak
- Onderdeel van voorbereiding op exacte universitaire studies
- Goniometrie: sinus, cosinus en tangens in driehoeken en grafieken
- Differentieren met product-, quotiënt- en kettingregel
- Integreren: oppervlaktes berekenen en eenvoudige inhoudsberekeningen
- Limieten en continuïteit van functies
- Analyse van complexe functies (logaritmisch, exponentieel en goniometrisch)
Als je zoekt naar bijlessen wiskunde, twijfel niet om les te nemen via Superprof. Onze leraren op Superprof helpen je graag!
Wat is Wiskunde A?
- Gericht op statistiek, kansberekening en algebra
- Praktisch toepasbaar in sociale en economische contexten
- Minder nadruk op abstracte wiskunde en formules
- Geschikt voor het profiel Economie en Maatschappij
- Voorbereidend op studies zoals psychologie, economie, geneeskunde
Wiskunde A legt de nadruk op het interpreteren van gegevens en het toepassen van wiskundige concepten in realistische situaties. Het vak is sterk gericht op kansrekening, statistiek en het werken met grafieken en formules.
Leerlingen leren hoe ze wiskunde kunnen gebruiken om maatschappelijke en economische vraagstukken te analyseren. De opgaven zijn vaak verhalend en contextgericht, waardoor dit vak goed aansluit bij opleidingen waarin data en interpretatie belangrijk zijn.
Wat is Wiskunde B?
- Focus op algebra, functies, differentiëren en integreren
- Veel abstracte en exacte wiskunde
- Vereist sterk analytisch denkvermogen
- Geschikt voor het profiel Natuur en Techniek of Natuur en Gezondheid
- Voorbereidend op studies zoals natuurkunde, techniek, informatica
Wiskunde B is het meest abstracte wiskundevak en richt zich op algebra, functies, meetkunde en het analyseren van complexe wiskundige problemen. Het vereist een sterk logisch en wiskundig inzicht en vormt de basis voor veel exacte wetenschappen.
Dit vak bereidt leerlingen voor op technische en natuurwetenschappelijke studies, waarbij het oplossen van formules, het differentiëren en het werken met grafieken centraal staat. Het is een uitdagend vak voor wie van puzzelen met getallen en structuren houdt.
Wat is Wiskunde C?
- Focus op logica, argumentatie, statistiek en basis algebra
- Minder abstract dan Wiskunde A en B
- Minder formules, meer aandacht voor redeneren
- Alleen mogelijk binnen het profiel Cultuur en Maatschappij
- Geschikt voor studies zoals rechten, journalistiek, geschiedenis
Voor wie zich niet echt thuis voelt in wiskunde, maar het toch moet leren of uit interesse wil oppakken, is er wiskunde C. Dit is een ‘lichtere’ versie van wiskunde A.
Hoewel dezelfde thema's behandeld worden als bij A, zijn de intensiteit en moeilijkheidsgraad lager. Waar A en B al sinds de jaren tachtig bestaan, werd C, samen met de uitgebreidere variant D, pas ingevoerd in het schooljaar 2007/2008.
Bij wiskunde C ligt de focus meer op grafieken en thema's die relevant zijn voor sociale opleidingen. Het is daarom alleen beschikbaar voor leerlingen met het profiel Cultuur & Maatschappij, zowel op de havo als het vwo.
Leerlingen met dat richting kunnen wiskunde C echter inwisselen voor een zwaardere variant, zoals wiskunde B of D, als ze dat willen.
Wat is Wiskunde D?

- Behandelt onderwerpen als complexe getallen, vectoren, differentiaalvergelijkingen
- Verdieping op Wiskunde B, optioneel keuzevak
- Vaak in combinatie met Natuurkunde en Wiskunde B
- Gericht op leerlingen met extra interesse in exacte vakken
- Voorbereidend op technische en exacte studies op universitair niveau
Wiskunde D is de zwaarste vorm die je op de middelbare kunt hebben, en is alleen geschikt voor mensen met een grote passie of veel talent voor het vak.
Wiskunde D is zowel een herhaling van eerdere wiskundestof als een aanvulling op wiskunde B. Zoals gezegd zijn er elementen uit wiskunde A, maar er kunnen ook nieuwe, moeilijkere aspecten worden toegevoegd.
Het uitdagende aan D is dat er geen vast kader is. D dient als verbreding en werd ingevoerd nadat exacte opleidingen klaagden over het gebrek aan wiskundekennis bij nieuwe studenten. Om leerlingen beter voor te bereiden, is wiskunde D ontstaan.
Afhankelijk van de docent, die door het ontbreken van een centraal examen het zelf kan invullen, worden er verschillende wiskundige thema’s behandeld, zoals:
- Cryptografie
- Codering
- Toegepaste analyse
- Complexe getallen
- Ruimtemeetkunde
- Sterrenkunde
Als je na de middelbare een dergelijke studie wilt, wordt aangeraden om wiskunde D toe te voegen. Bij sommige opleidingen is het zelfs een vereiste dat je dit vak hebt gevolgd.
Welke wiskundevariant past het beste bij jou?
Welke wiskunde moet ik kiezen?
Twijfel je nog steeds voor welke je moet gaan? Dan zijn er een paar zaken die je kunt meenemen in je beslissing, zoals:
- Talent
- Passie
- Toekomst
Hoe goed ben je in wiskunde?
Als je veel talent hebt voor wiskunde, is het zeker aan te raden om op zijn minst wiskunde B op te nemen. Zelfs als je nog niet weet welke studie of voor welk beroep je later wilt gaan, is de kans groot dat als je beter bent in wiskunde, je later die richting op gaat.
Het werkt ook andersom: als je niet zo sterk bent in wiskunde, kun je jezelf waarschijnlijk beter een aantal lastige semesters besparen door te gaan voor een lichtere variant, zoals A of C.
Hoe leuk vind je wiskunde?
Naast talent is het misschien nog wel belangrijker dat je iets kiest wat je leuk vindt. Als je een grote passie hebt voor wiskunde, zul je er waarschijnlijk ook beter in zijn.
Maar zelfs als je er niet per se aanleg voor hebt, maar het wel interessant vindt en graag een uitdaging aangaat, dan staat niets je in de weg om het gewoon te proberen en te gaan voor wiskunde B, of misschien zelfs wiskunde D.
Bevalt het toch niet, of vallen je cijfers tegen, dan kun je vaak later nog wisselen.
Heb je niets met wiskunde en ligt jouw hart meer bij talen, geschiedenis of sport? Kies dan voor de lichtste optie, C, en bespaar jezelf de lange, pittige lessen vol lastige wiskundeopgaven.

Wat wil je later worden?
Als laatste factor in je overweging is het belangrijk om te kijken naar wat je later wilt worden. Als je een opleiding in de wetenschappen zoals biologie, scheikunde of kunstmatige intelligentie wilt doen, is het verstandig om vóór je profielkeuze te controleren wat de toelatingseisen zijn.
Veel opleidingen vereisen namelijk wiskundekennis, wat betekent dat je zonder wiskunde D, of minstens wiskunde B, niet toegelaten wordt.
Voor sociale wetenschappen gelden deze toelatingseisen meestal niet. Toch kan een basiskennis van statistiek, die je opdoet bij wiskunde A, je tijdens je opleiding een voorsprong geven wanneer dit onderwerp wordt behandeld.










Interessant, bedankt voor de duidelijke uitleg!
Graag gedaan Quinten! Jij bedankt voor het lezen!
Wat een heldere uitleg, ik weet nu wat er bij onze kinderen past; we zullen het nog vaak teruglezen zodra de keuze moet worden gemaakt!
Goed begrijpelijk uitgelegd !
Dit artikel klopt niet helemaal. Wiskunde C is absoluut geen lichte verse van wiskunde A. Er zijn een aantal onderwerpen verschillend, in wiskunde C komt bijvoorbeeld perspectief tekenen en logica naar voren. Na de invoering van wiskunde C was het inderdaad een light versie van wiskunde A, maar een aantal jaar terug is het gehele programma herzien. Wiskunde C wordt vaak gekozen bij het CM profiel en is interessant voor creatieve leerlingen. Het is qua zwaarte te vergelijken met wiskunde A, niet gemakkelijker.
Dat is helemaal waar. Het is een misvatting dat wiskunde C makkelijker zou zijn. Integendeel: op mijn school kiest maar een enkeling voor wiskunde C, en zit dan bij de wiskunde A groep. De uitleg is het grootste deel van de tijd gericht op wiskunde A. Er wordt dus extra veel zelfstandigheid gevraagd.
Helemaal mee eens!
Daarnaast staat er dat wiskunde C ook op de havo gekozen kan worden, maar dat is niet waar!
Wiskunde C wordt alleen aangeboden op het vwo.
Er is geen enkele studie die wiskunde D verplicht kan stellen. Dit is omdat scholen zelf mogen kiezen om wiskunde D wel of niet aan te bieden. Het is voor veel beta studies wel handig dat je dit gedaan hebt, maar ze mogen er dus niet vanuit gaan.
Beste A.,
Bedankt voor je nuttige aanvulling!
Met groet,
Team Superprof
Goede uitleg over de verschillende wiskunde mogelijkheden. Duidelijk en bondig.
Helder, dank je voor de goede uitleg!
Duidelijke verhelderende uitleg. Dank u
Beste Harry,
Bedankt voor je reactie en wat fijn om te lezen dat je ons artikel waardeert.
Voel je vrij om nog eens verder te kijken op onze website!
Met vriendelijke groet,
Joep
Team Superprof
Volgens mij klopt de vergelijking van de oude wiskunde I en II met wiskunde A en B niet. Ik heb in de jaren ’80 eindexamen gedaan. Wiskunde I is eerder vergelijkbaar met wiskunde B, met ook elementen uit wiskunde A. Wiskunde II is meer vergelijkbaar met wat wiskunde D nu is. Het was in de jaren ’70 en ’80 niet verplicht om eindexamen te doen in wiskunde. Leerlingen die niets met wiskunde hadden, deden het gewoon zonder. Een soort wiskunde A of C had je toen nog niet.
Beste Ellen,
Bedankt voor je attente en informatieve reactie!
Het is altijd prettig om aangevuld te worden op deze manier.
Veel dank!
Met vriendelijke groet,
Joep
Team Superprof
nog steeds lastig, ik ben heel goed in wiskunde, maar heb veel statistieken nodig. Dan toch wiskunde A?
Fleur, Ik zou eerder denken wiskunde B én D, als dat kan. Mijn kind zit op een school waar dat kan: voor C&M kan er gekozen worden uit A of C, voor E&M en N&G kan er gekozen worden uit A of B, en voor N&T is wiskunde B verplicht met optioneel wiskunde D ernaast (als een van de maximaal 2 keuzevakken dus).
Thankyou very much. You have made it simple and easy to understand the difference.
Ik wil wiskunde c volgen online waar kan ik dit doen
Beste Daijessa,
Bedankt voor jouw reactie!
Je kunt op onze website https://www.super-prof.nl/les/wiskunde-c/nederland/ de beschikbare online wiskunde leraren terugvinden.
Als je nog vragen hebt of hulp nodig hebt, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze klantendienst via klantenservice@superprof.com.
Groetjes, Liora