Tenzij je voor altijd in een primitieve taal wilt blijven spreken - "Ik Tarzan, jij Jane" - zul je op een bepaald moment in je Duitse grammaticalessen geconfonteerd worden met werkwoorden.
Werkwoorden vervoegen in het Duits omvat zoals in vele andere talen de stam van het werkwoord - de "kern" van het werkwoord - en achtervoegsels (en zelfs voorvoegsels in het geval van een voltooid deelwoord). Bij zogenaamde "onregelmatige" werkwoorden wordt de stam zelf in bepaalde tijden gewijzigd, en zijn de uitgangen niet altijd gelijk.
Ze een uitzondering noemen is niet correct, want er zijn er heel wat, waaronder enkele van de meest gebruikte woorden in de Duitse taal.
Lees hier in welke mate de Nederlandse en Duitse grammatica op elkaar lijken of verschillen.
De infinitief van Duitse werkwoorden
De infinitief is de standaardversie van het werkwoord. In het Duits bestaan ze uit de stam van het werkwoord en de uitgang "-en" ("machen", "kommen").
Leer hoe je de tegenwoordige tijd vormt in het Duits
De tegenwoordige tijd van Duitse werkwoorden
De Duitse tegenwoordige tijd wordt gebruikt:
- om handelingen aan te geven die in het heden plaatsvinden. ("Ich gehe jetzt ins Kino." Ik ga naar de bioscoop.)
- om handelingen aan te geven die in de nabije toekomst plaatsvinden. ("Morgen gehen wir ins Kino." Morgen gaan we naar de bioscoop.)
- om iets aan te duiden dat voortdurend gebeurt of een universele waarheid is. ("Das Kino ist ein beliebtes Freizeitangebot." De bioscoop is een populair tijdsverdrijf. "Die Erde dreht sich um die Sonne.” De aarde cirkelt om de zon.)
Ze komen overeen met de Nederlandse tegenwoordige tijd (ik loop) of de onvoltooid tegenwoordige tijd ("Ik ben aan het lopen"), wat verklaart waarom Duitsers zo veel moeite hebben met die laatste vorm, die in het Duits helemaal niet bestaat.
De tegenwoordige tijd in het Duits wordt gevormd met de stam van het werkwoord en de volgende uitgangen:
"machen", doen:
1e persoon enkelvoud: Ich mache
2e persoon enkelvoud: Du machst
3e persoon enkelvoud: Er macht
1e persoon meervoud: Wir machen
2e persoon meervoud: Ihr macht
3e persoon meervoud/2e persoon enkelvoud formeel: Sie machen.
Dit was het makkelijke deel. Onregelmatige werkwoorden (zie hieronder) worden soms enigszins gewijzigd om de vervoeging te kunnen maken, en, zoals in de meeste talen, is het werkwoord "zijn" ("sein") zo onregelmatig als het maar kan, maar de tegenwoordige tijd is vrij rechttoe rechtaan.
In feite zijn veel van de andere tijden opgebouwd uit een hulpwerkwoord in de tegenwoordige tijd gevolgd door het hoofdwerkwoord als een infinitief of een deelwoord.
Volg je priveles Duits!
De toekomst uitdrukken in de Duitse grammatica
Zoals we gezien hebben, gebruikt het Duits soms de tegenwoordige tijd om toekomstige handelingen uit te drukken. De Duitse taal kent echter wel toekomende tijden.
Het vervoegen van de eenvoudige toekomende tijd in het Duits
In sommige gevallen zul je de toekomende tijd willen gebruiken, in plaats van de tegenwoordige tijd, om zo iets uit te drukken dat in de toekomst ligt. De toekomende tijd wordt gebruikt:
- om een intentie uit te drukken (”Ich werde meine deutsche Grammatik verbessern.”)
- om handelingen in de verre toekomst uit te drukken (”Eines Tages werden wir auf dem Mars leben.”)
- om handelingen in de nabije toekomst uit te drukken in een context waarin de tegenwoordige tijd tot verwarring zou kunnen leiden.
De toekomstige tijd wordt samengesteld met het hulpwerkwoord "zijn" + de infinitief van het werkwoord.
Het wordt dus als volgt vervoegd:
Ich werde machen
Du wirst machen
Er wird machen
Wir werden machen
Ihr werdet machen
Sie werden machen.
"Werden" als vervoegd werkwoord komt op de tweede plaats in hoofdzinnen, met de infinitief aan het eind van de zin ("Ich werde morgen ins Kino gehen." Morgen ga ik naar de bioscoop.) In ondergeschikte bijzinnen komt "werden" helemaal aan het eind van de bijzin, na de infinitief ("Du sagtest, dass er morgen ins Kino gehen wird" Je zei dat hij morgen naar de bioscoop zal gaan).
Ben je op zoek naar een taalcursus Duits? Laat je gerust helpen door een van onze Duits leraren van Superprof bij jou in de buurt!
De voltooid toekomende tijd: een Duitse toekomende tijdsvorm
De voltooid toekomende tijd wordt gebruikt om een voltooide handeling aan te geven, hetzij wanneer men spreekt over toekomstige gebeurtenissen ("Irgendwann wird man den Mars besiedelt haben" Ooit zullen we Mars gekoloniseerd hebben), hetzij over gebeurtenissen waarvan men vermoedt dat ze op het moment van het uitspreken voorbij zijn. ("Er ist nicht gekommen, es wird ins Kino gegangen sein." Hij is niet gekomen, hij zal naar de bioscoop zijn gegaan).
De Duitse voltooid toekomende tijd wordt gevormd door:
“werden” (vervoegd) + deelwoord van het hoofdwerkwoord + infinitief van “haben” of “sein”:
Ich werde gemacht haben Ich werde gegangen sein
Du wirst gemacht haben Du wirst gegangen sein
Er wird gemacht haben Er wird gegangen sein
Wir werden gemacht haben Wir werden gegangen sein
Ihr werdet gemacht haben Ihr werdet gegangen sein
Sie werden gemacht haben Sie werden gegangen sein
Werkwoorden die een lijdend voorwerp nemen gebruiken het hulpwerkwoord "haben". Werkwoorden van beweging, bestaan of werkwoorden die verandering uitdrukken gebruiken het hulpwerkwoord "sein".
Volg vandaag nog een taalcursus Duits. Via Superprof is dat mogelijk. Start gerust met online Duits leren met een privéleraar via Superprof!

Lees hier meer over de Duitse naamvallen.
Leer de Duitse verleden tijden met deze eenvoudige vervoegingen
Hoe vervoeg je het de verleden tijd in het Duits
In het Duits wordt de voltooid verleden tijd gebruikt om zaken aan te geven die reeds gebeurd en voltooid zijn op het moment van het uitspreken. Het wordt steeds zeldzamer in gesproken Duits, maar wordt nog steeds gebruikt in de geschreven taal.
Het wordt vervoegd door een "t" toe te voegen aan de stam van het werkwoord, gevolgd door de achtervoegsels die we kennen van de tegenwoordige tijd:
Ich machte
Du machtest
Er machte
Wir machten
Ihr machtet
Sie machten
De verleden tijd is één van de tijden waarin Duitse onregelmatige werkwoorden hun onregelmatigheden laten zien (zie hieronder).
De voltooid tegenwoordige tijd
In het Duits wordt het voltooid tegenwoordige tijd gebruikt om handelingen uit te drukken die voorbij zijn op het moment dat je erover spreekt.
De voltooid tegenwoordige tijd wordt gevormd door de hulpwerkwoorden "haben" of "sein" in de tegenwoordige tijd te vervoegen en er het voltooid deelwoord eraan toe te voegen:
Ich habe gemacht Ich bin gekommen
Du hast gemacht Du bist gekommen
Er hat gemacht Er ist gekommen
Wir haben gemacht Wir sind gekommen
Ihr habt gemacht Ihr seid gekommen
Sie haben gemacht Sie sind gekommen
Het gebruik van de voltooid verleden tijd in de Duitse grammatica
Net zoals in het Nederlands wordt de voltooid tegenwoordige tijd in het Duits gebruikt om aan te geven dat een handeling in het verleden plaats vond vóór een andere handeling in het verleden:
"Ich hatte die Kinokarten online gekauft, bevor du mir von der Party erzählt hast." Ik had de filmkaartjes online gekocht voordat je me over het feest vertelde.
De voltooid verleden tijd wordt gevormd met het hulpwerkwoord "haben" of "sein" in de verleden tijd + het voltooid deelwoord:
Ich hatte gemacht Ich war gekommen
Du hast gemacht Du warst gekommen
Er hat gemacht Er war gekommen
Wir haben gemacht Wir waren gekommen
Ihr hattet gemacht Ihr wart gekommen
Sie hatten gemacht Sie waren gekommen
Ontdek de beste boeken en hulpmiddelen om Duits te leren.

Als je zoekt naar een cursus Duits, twijfel dan niet om les te nemen via Superprof. Onze leraren staan voor jou klaar!
Wanneer gebruik je welk Duits hulpwerkwoord
Onthoud bij het vervoegen van je werkwoorden voor je lessen Duits:
Gebruik het hulpwerkwoord "werden" voor de toekomende tijd en vervoeg het in de voltooid toekomende tijd.
Gebruik het hulpwerkwoord "haben" in de voltooide tijden voor werkwoorden met een lijdend (accusatief) voorwerp.
Gebruik het hulpwerkwoord "sein" met Duitse werkwoorden die beweging, bestaan of verandering uitdrukken.
Dit is hoe de zinsbouw en woordvolgorde in het Duits werkt.
Hoe Duitse deelwoorden werken
Het tegenwoordig deelwoord en het gebruik ervan in de Duitse taal
Het tegenwoordig deelwoord kan op twee manieren gebruikt worden:
Het kan fungeren als een bijvoeglijk naamwoord, dat extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord: "eine tanzende Ratte" "een dansende rat", "ein denkender Mensch" (een denkend mens). Er kan ook een hele bijzin omheen gebouwd worden: "eine den Waltzer tanzende Ratte" (een rat die de wals danst), "ein über die Politik dekender Mensch" (een mens die over politiek nadenkt).
Je zult zien dat de bijvoeglijke functie vertaald kan worden met het Nederlandse "-ende" of "-end", terwijl de deelwoordelijke bijzin een nevenzin nodig heeft om logisch te klinken.
Het kan fungeren als een bijwoord, dat extra informatie geeft over het predicaat (meestal het werkwoord) TERWIJL gelijktijdige actie wordt aangegeven: "Er ging tanzend die Straße runter." Hij ging zingend door de straat).
Het tegenwoordig deelwoord wordt gevormd door de uitgang "-end" toe te voegen aan de stam van het werkwoord. Je zult merken dat het meestal overeenkomt met een deelwoord in het Nederlands dat eindig op "-ende" of "-end":
Machend, kommend.
Om je Duitse tijden écht te oefenen, moet je lessen Duits overwegen!
Hoe stel je het Duitse voltooid deelwoord samen
De meeste voltooid deelwoorden worden samengesteld door het VOORVOEGSEL "ge-" en het achtervoegsel "-t " toe te voegen aan de stam van het werkwoord:
Du machst. Du hast gemacht.
Es schneit. Es hat geschneit.
Ich kaufe. Ich habe gekauft.
Met onregelmatige of sterke werkwoorden kan het voltooid deelwoord echter anders gevormd worden (zie hieronder).

De gebiedende wijs van Duitse werkwoorden
Voordat je met je cursus Duits begon, was het Duits dat je het meest hoorde waarschijnlijk dat van de slechteriken in TV-series en films. Die gebruikten namelijk erg veel de gebiedende wijs. De gebiedende wijs wordt gebruikt bij bevelen of aanwijzingen: "Gib mir die Fernbedienung!" (Geef me de afstandsbediening!") "Nimm die nächste Straße rechts, dann fahre gerade aus." (Neem de eerste afslag naar links, ga dan rechtdoor).
Over het algemeen bestaat de gebiedende wijs uit de stam van het werkwoord voor de 2e persoon enkelvoud, en het achtervoegsel "-t" voor de 2e persoon meervoud. Wegens zijn aard als bevel, bestaat er geen eerste of tweede persoon in de gebiedende wijs.
2e persoon enkelvoud: Mach! Komm!
2e persoon meervoud: Macht! Kommt
Als het werkwoord eindigt op een enkele medeklinker, krijgt de 2e persoon enkelvoud een "-e":
Gehe! Reite! Singe!
Geht! Reitet!* Singt!
(*en als de laatste letter van de werkwoordsstam een "t" is, én er een extra "e" wordt toegevoegd tussen de twee "t "s in de 2e persoon meervoud.)
Als je iemand formeel aanspreekt, gebruik je het formele "Sie". Het werkwoord krijgt dan het achtervoegsel "-en".
Machen Sie! Kommen Sie!
Je kunt ook bevelen geven in de infinitief, in dat geval komt het werkwoord aan het eind van de zin:
"Stifte fallen lassen!"
"Anweisungen folgen!"
Dit komt vooral voor bij bewegwijzering.
In dit artikel geven we je enkele van de beste boeken om duits te leren.

Duitse onregelmatige werkwoorden leren
Duitse onregelmatige werkwoorden, ook wel "sterke werkwoorden" genoemd, zijn werkwoorden die, in bepaalde tijden, hun stam veranderen.
Dat gebeurt meestal in:
- De gebiedende wijs
- De verleden tijd
- Het voltooid deelwoord
- de aanvoegende wijs (waar we in dit artikel niet over spreken)
We hebben die namelijk ook in het Nederlands:
Ik drink, ik dronk, ik heb gedronken. Drink!
Ich trinke, ich trank, ich habe getrunken. Trink!
Veel sterke Duitse werkwoorden veranderen de klinker in de stam en voegen een achtervoegsel toe in "-en" in plaats van "-t" voor het voltooid deelwoord. Sommige zijn echter zo onregelmatig dat je ze gewoon uit je hoofd moet leren. Vreemd genoeg (of niet, want de Duitse en de Nederlandse taal delen dezelfde oorsprong) zijn veel onregelmatige werkwoorden in het Duits ook onregelmatig in het Nederlands.
Ontdek alles wat je moet weten over de Duitse grammatica.