Internationale economie is een van de belangrijkste takken binnen de economische wetenschap en het is niet moeilijk te begrijpen waarom.
We leven in een tijdperk van versterkte globalisering; een tijdperk waarin internationale handel en transacties niet alleen schering en inslag zijn, maar ook gecontroleerd worden door diverse internationale instanties:
- De Wereldhandelsorganisatie (WHO);
- Het Internationaal Monetair Fonds (IMF); en
- De Conferentie van de Verenigde Naties voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD).
Hoewel de lessen economie die je op school volgt vaak gericht zijn op andere economische onderwerpen en gebieden, zoals gedragseconomie of meer algemene onderwerpen zoals macro-of micro-economie, wil dat niet zeggen dat internationale economie geen belangrijke economische leer is.
Zoals we hieronder zullen zien, is internationale economie vaak een interessant onderwerp voor studenten.
Het vakgebied bestudeert de actuele internationale politieke gebeurtenissen, de economische activiteit, en de economische problemen, zoals het voorstel van het Verenigd Koninkrijk om uit de Europese Unie te stappen, of de laatste tariefwijzigingen van de Verenigde Staten.
De discipline brengt echter ook de principes en methoden van macro-economie en micro-economie samen.
Als de lessen economie die jij of je vrienden volgen niet veel nadruk leggen op internationale economie, of je zou graag meer over dit thema willen leren, dan kun je natuurlijk altijd een beroep doen op een leraar van Superprof.
Superprof biedt namelijk allerlei geschoolde leraren met ervaring in de internationale economie. Er zijn er genoeg, dus de je hebt een zeer ruime keuze. Wil je privé-les of groepsles? Of misschien wil je meer leren over:
- De gevolgen van economische crises voor multinationale bedrijven;
- Hoe de internationale handel het nationaal inkomen kan beïnvloeden; of
- Hoe de financiële markten steeds meer globaliseren, en of ze aan meer toezicht moeten worden onderworpen.
In dit artikel geven we je een voorproefje van enkele thema's die aan bod komen in Internationale Economie.
Wat is internationale economische handel?
Om dit concept te illustreren, moeten we terug naar de 16e Eeuw, toen de Europese grootmachten hun rijken stichtten. Toen die eenmaal gevestigd waren, voeren hun ontdekkingsreizigers de wereld rond en ontdekten nieuwe landen om te koloniseren.
De algemene opvatting dat veroveraars de inboorlingen hebben onderworpen zodat ze zomaar konden nemen wat ze wilden, is onjuist.

Vaak werd een beleid ingesteld dat ervoor moest zorgen dat inboorlingen met geen enkel ander volk handel mochten drijven, dat ze alleen schepen mochten laadden die de vlag van het moederland voerden en dat ze geen initiatief namen om goederen te produceren waar ze zelf van konden profiteren.
In ruil voor hun instemming met deze voorwaarden, werden minder accijnzen op hun goederen geheven of, in sommige gevallen, vrij van accijnzen verklaard. Gingen ze hier niet mee akkoord, dan zouden ze gedwongen worden de opbrengst van hun land zonder enig voordeel af te staan.
Dat was het begin van de internationale handel.
Hoewel Marco Polo een paar eeuwen eerder de Zijderoute had afgereisd met Oosterse goederen - wat sommigen zouden kunnen beschouwen als de eerste stappen in de internationale handel, was hij één persoon, die slechts voor zichzelf de handelsovereenkomsten sloot.
Tegen het einde van de 16e Eeuw kreeg de economische handel voet aan de grond tussen landen/rijken, alsook met armere naties die kolonies werden. De handelsvoorwaarden voor hen waren zeer eenzijdig, waardoor het grootste deel van de opbrengst naar de rijkere naties ging.
Dat handelssysteem hield meer dan 300 jaar stand, tot uiteengevallen staten in Europa de handel lieten evolueren.
Napoleon had het Duitse grondbezit flink uitgedund; in het begin van de 19e Eeuw waren er nog maar zo'n 40, meestal niet-aaneengesloten Duitse staten die, op de een of andere manier, handel met elkaar moesten drijven. Ze richtten 's werelds eerste douane-unie op, waardoor interne economische en politieke barrières die de handel belemmerden, werden opgeheven.
Honderd jaar nadat de Duitsers hun unie tot stand brachten, sloot Luxemburg een overeenkomst met België, de Belgisch-Luxemburgse Economische Overeenkomst, die later aangevuld werd met Nederland.
De Economische Unie van de Benelux ontstond in 1948.
Ongeveer anderhalf jaar later streefden deze handelspartners naar een opheffing van alle handelsbelemmeringen - waarmee 's werelds eerste vrijhandelsovereenkomst tot stand kwam. Ze stuitten echter al snel op problemen.
De Nederlanders hadden veel strengere prijscontroles ingevoerd; ze waren het niet eens met het liberale economische systeem van hun handelspartners. De Nederlanders aarzelden ook om hun landbouwproducten vrije toegang tot de markt te verlenen, maar verreweg het grootste probleem was dat hun economieën met elkaar concurreerden en elkaar niet aanvulden.
De problemen die deze naties ondervonden bij 's werelds eerste multilaterale handelsovereenkomst zijn dezelfde waarmee landen in de hele wereld vandaag de dag nog steeds geconfronteerd worden: ongelijke doelstellingen, ongelijke toegang tot markten en oneerlijke verdeling van de opbrengsten.
De internationale economische handel is het resultaat van de onderling gunstige en lucratieve afspraken die gemaakt worden tussen diverse entiteiten, of dat nu afzonderlijke landen zijn of naties die onder één vlag verenigd zijn.
Gewoonlijk wordt door politici en/of diplomaten onderhandeld over deze overeenkomsten.
Je kunt je kennis over internationale economische handel verdiepen met een ervaren docent economie. Via Superprof is dat eenvoudig mogelijk. Op het platform van Superprof vind je gespecialiseerde privéleraren door heel Nederland die deskundig zijn in economie en het geven van persoonlijke lessen. Zij ondersteunen je graag bij het leren van de onderwerpen die jou interesseren. Ben je benieuwd? Ontdek snel of er een geschikte privéleraar bij jou in de buurt beschikbaar is. De docenten staan klaar om je te helpen!
De betekenis van internationale economie
Internationale economie bestaat, net als de andere hoofdgebieden van de economie, uit vele verschillende theorieën en modellen, waarvan sommige meer wiskundig zijn dan andere. Ze onderzoekt het effect van handel en investeringen tussen diverse landen, met inbegrip van internationale handelsovereenkomsten of bestaande beleidsmaatregelen die een effect kunnen hebben op deze handel en de algemene economische groei.
Internationale economie kan ook beschouwd worden als een onderdeel van de internationale politiek, die we hieronder nader bespreken.
Internationale economie wordt overwegend onderverdeeld in twee verschillende vakgebieden - internationale handel en internationale financiën.
De internationale handel onderzoekt hoe goederen en diensten zich verplaatsen over de internationale grenzen door een micro-economisch kader toe te passen met modellen en analyses. Het is bijgevolg niet ongewoon, dat bij het onderzoeken van internationale handelsproblemen wordt gekeken naar factoren als:
- Vraag en aanbod;
- Klanten- en marktgedrag;
- Verschillen tussen het handelsbeleid van diverse landen; en
- De geldende handelsquota of -onderhandelingen en de gevolgen ervan.
Internationale financiën daarentegen bestuderen hoe kapitaal over internationale grenzen vloeit door macro-economische principes toe te passen. De onderwerpen die tot het vakgebied van de internationale financiën behoren zijn:
- Wisselkoersen, met inbegrip van de verschillen tussen vaste en variabele wisselkoersen;
- De handelsbalans en betalingen tussen economieën;
- BBP, inflatie en werkgelegenheidscijfers, in een vergelijkende internationale context.
Omdat veel van de basisprincipes van internationale economie berusten op principes die je al kent via je studies micro-economie en macro-economie, is het niet al te moeilijk om iets te leren over de grondslagen van internationale economie.
Leer veel meer over internationale economie via privéles. Een docent economie van Superprof helpt je graag! Superprof beschikt over enthousiaste privéleraren in jouw omgeving.

De factoren van internationale economie
Bij de ontwikkeling van modellen voor de wereldeconomie baseren deskundigen zich op een hele reeks aspecten en indexen waarmee ze de toestand en gezondheid van de wereldeconomie kunnen voorspellen en eventuele valkuilen kunnen inschatten.
Op de eerste plaats van hun lijst met factoren staat concurrentie.
Voor economen is het vanzelfsprekend dat elke natie ernaar streeft om zijn buren economisch en op alle andere mogelijke manieren te overtreffen. Hoe vaag dat ook klinkt, het biedt geen nauwkeurige maatstaven voor de prestaties of de stappen die naar dat doel worden gezet, en dus kan dat soort concurrentie geen maatstaf vormen.
De concurrentie in kwestie heeft betrekking op vooruitgang - in hoeverre kan een land zijn infrastructuur, onderwijssysteem en sociale programma's verbeteren ten opzichte van andere landen?
De terminologie uit het tijdperk van de Koude Oorlog, zoals 'eerste-wereld' en 'derde-wereld' landen, is uit haar oorspronkelijke betekenis geëvolueerd. De eerste twee 'werelden' werden zelden gebruikt, en het wordt steeds meer als een belediging beschouwd om een land 'derde-wereld' te noemen.
Tegenwoordig geven economen de voorkeur aan de meer accurate termen 'ontwikkeld', 'ontwikkelingsland' en 'onontwikkeld' om de toestand van een bepaald land aan te geven.
Een cruciaal aspect van de concurrentie tussen naties is de levenskwaliteit die ze hun burgers bieden.
De normen voor de levenskwaliteit meten niet alleen de levensstandaard van de burgers en hun toegang tot onderwijs, vrijheid van meningsuiting en andere maatschappelijke facetten die zo vaak met hoge QoL-indexen worden geassocieerd. Ze houden ook rekening met milieukwaliteiten - schone lucht en water, het sterftecijfer en de gezondheidszorg, evenals mensenrechten.
Dat is een van de redenen waarom China nog steeds als een ontwikkelingsland wordt beschouwd, ook al staat het nu, puur economisch gezien, op gelijke voet met ontwikkelde naties.
Als je ooit een nieuwsbericht over de gelukkigste landen ter wereld hebt gelezen, ben je waarschijnlijk al vertrouwd met alle variabelen die bijdragen aan de QoL-metingen.
Als een land een hoge Quality of Life Index heeft, wordt het in de onderlinge concurrentie tussen naties beschouwd als een koploper.
De volgende factor waarop economen zich inspireren is het comparatief voordeel.
Als land A een bepaald goed kan produceren tegen een hogere kwaliteit én goedkoper dan de landen B, C en D, dan heeft A een comparatief voordeel.
Door de comparatieve voordelen van landen te bepalen en in kaart te brengen, beoordelen economen de economische kracht van elk land.
Handelswinst ligt in het verlengde van comparatief voordeel. Als land A bijvoorbeeld heerlijke perziken verbouwt maar geen peren of appels kan verbouwen, wordt handel met een land dat de vruchten produceert die het niet kan verbouwen, beschouwd als handelswinst.
Economische samenwerking verloopt op dezelfde manier.
Laten we even veronderstellen dat de internationale gemeenschap een project voorstelt dat voor alle landen gunstig is. In plaats van dat elk land de rekening alleen betaalt (en mogelijk met elkaar concurreert), kan iedereen profiteren van de bijdragen van elk land, door een deel van de fondsen voor zijn rekening te nemen.
Het Internationale Ruimtestation is een uitstekend voorbeeld van economische samenwerking.
Andere factoren die een rol spelen in de internationale economie zijn
- Kapitaal: alles van wisselkoersen tot grensoverschrijdende investeringen - niet hoeveel geld elk land heeft!
- Ontwikkeling: hoe elk land zijn infrastructuur, industrie en levenskwaliteit bevordert
- Arbeid: productiviteitscijfers en loonverschillen van het ene land tot het andere
- Financiële stabiliteit: de invloed die het monetaire beleid, financiële hefboomwerking en handel heeft op de wereldeconomie
- Duurzaamheid: samenwerking op gebieden voor het gemeenschappelijk welzijn, zoals schone lucht en water, alsook bescherming van ecosystemen.
Het Klimaatakkoord van Parijs is weliswaar geen economisch pact, maar heeft wel invloed op de wereldeconomie omdat de economieën van de afzonderlijke landen zich moeten aanpassen om duurzame oplossingen te bieden voor de milieuproblemen.
Het is een perfect voorbeeld van duurzaamheid ten aanzien van de internationale economie.

Het verband tussen internationale betrekkingen en economie
Internationale betrekkingen sluiten mooi aan bij de studie van internationale economie. Vaak zie je de twee vakgebieden gecombineerd in een gezamenlijke studie.
De reden hiervoor is simpel - vaak hebben politieke beslissingen een bredere invloed op de internationale handel en betrekkingen. Je hoeft alleen maar te kijken naar het economisch beleid van de Verenigde Staten op dit moment om te zien hoe wijzigingen in de invoerrechten of hun belastingregime invloed hebben gehad op hun betrekkingen met andere naties.
Hoewel het vakgebied internationale betrekkingen vaak verder kijkt dan louter economische factoren, vermits het geschiedenis, politiek, en tot op zekere hoogte psychologie combineert, speelt economisch beleid een rol in hoe regeringen en internationale instanties met elkaar omgaan, samenwerken en, niet zelden, met elkaar van mening verschillen.
Gespannen relaties tussen diverse naties kunnen immers leiden tot negatievere vooruitzichten voor de wereldeconomie.
Neem bijvoorbeeld de protectionistische invoerrechten. Wanneer een land een nieuw tarief instelt op ingevoerde goederen, zoals bijvoorbeeld staal, dan heeft dat gevolgen, zowel uit politiek als uit economisch oogpunt.
Anderzijds kan economisch beleid soms naties ten goede komen.
Een voorbeeld hiervan is de douane-unie die in de Europese Unie bestaat en die het verkeer van goederen binnen de douane-unie mogelijk maakt, zonder dat er douanerechten op worden geheven. Dit bevordert uiteraard de goederenstroom tussen de lidstaten en is ook gunstig voor de in- en uitvoer binnen de unie.
Politiek gezien kunnen zulke invoerrechten de internationale betrekkingen tussen landen schaden, wanneer men bijvoorbeeld vindt dat de invoerrechten ongegrond of buitensporig zijn. Economisch gezien zullen er ook gevolgen zijn voor de vraag naar de betrokken goederen, alsook veranderingen in de prijzen van die goederen.
Wil je meer begrijpen van het verband tussen internationale betrekkingen en economie? Volg economie bijles bij een ervaren docent via Superprof – onze leraren helpen je graag verder.
Globalisering, internationale betrekkingen en economie
Het is nog niet zo lang geleden dat deze natie handel dreef met die natie en dat anderen onderling handel dreven.
Hun economieën werden van elkaar afhankelijk - als Land A niet langer goederen van Land B kocht, zou niet alleen het evenwicht van vraag en aanbod overhoop gehaald worden, maar zou de economie van Land B een tekort kunnen oplopen, terwijl Land A een monetair overschot zou kunnen hebben.
Zulke situaties veroorzaakten - of waren het gevolg van - een afkoeling van de diplomatieke betrekkingen.
Dit is natuurlijk een sterk vereenvoudigde weergave van hoe nauw diplomatie en economie met elkaar verweven zijn.
Hoewel internationale handel en betrekkingen al eeuwenlang bestaan, is globalisering een betrekkelijk nieuw verschijnsel.
Vanuit economisch oogpunt heeft de wereld drie tijdperken van globalisering gekend.
Even tussendoor: zoek je toevallig naar economie bijles online? Neem gerust eens een kijkje in het aanbod van bijlesleraren op Superprof!
De eerste golf begon net aan het eind van de Industriële Revolutie en eindigde rond 1914, precies bij het begin van de Eerste Wereldoorlog. De tweede globaliseringsperiode begon aan het eind van de Tweede Wereldoorlog en eindigde in 1971.
Het derde tijdperk van de globalisering begon in 1989 en duurt nog steeds voort.
De nationale economieën zijn nu zo sterk in de wereldeconomie geïntegreerd dat, behoudens een catastrofale gebeurtenis, elk land in het onderling afhankelijke web van de geglobaliseerde economie verstrikt zal blijven.
Zelfs zogezegd geïsoleerde naties als Noord-Korea drijven handel op internationaal niveau, waardoor de internationale gemeenschap op haar beurt sancties kan opleggen aan hun handelsmogelijkheden. Deze financiële en commerciële sancties zijn bedoeld om niet-coöperatieve regeringen te dwingen om hun acties zodanig bij te sturen dat ze meer in overeenstemming zijn met de internationale normen.
Zoals eerder vermeld, staat de Europese Unie belastingvrij vervoer toe binnen de Eurozone. Handel tussen die landen is echter niet vanzelfsprekend; elk land moet nog steeds handelsovereenkomsten sluiten met elke natie waarmee het handel wil drijven, net zoals dat in de loop van de geschiedenis is gebeurd.
Door globalisering verloopt het aanknopen van handels- en economische banden veel soepeler.
De multilaterale handelsovereenkomsten zijn een direct gevolg van de globalisering, maar ze zijn niet noodzakelijk gunstig voor alle betrokken partijen omdat ze moeilijk te controleren en te handhaven zijn.
Hoewel ze er bovendien lijken op te wijzen dat iedereen het goed met elkaar kan vinden - en dat de internationale betrekkingen hartelijk zijn, is dat niet noodzakelijk het geval. Stel je twee vijandige regeringen voor die dezelfde handelspartner hebben.
Hoewel elk land wellicht degelijke diplomatieke betrekkingen met dezelfde handelspartner onderhoudt, kunnen er toch aantijgingen zijn van een voorkeursbehandeling zijn.
Dat zijn twee redenen waarom de Amerikaanse president bijvoorbeeld de voorkeur geeft aan bilaterale handelsovereenkomsten.
Hoewel de Wereldhandelsorganisatie bewezen heeft dat de VS (meestal) eerlijk behandeld wordt, hebben de Amerikaanse economische adviseurs geen ongelijk als ze beweren dat individuele handelsovereenkomsten gemakkelijker zijn om tot stand te brengen, sneller uit te voeren zijn en minder toezicht vergen.
Kan een onderling afhankelijke en geglobaliseerde economie terugvallen op louter bilaterale handel? Dat zou er niet eenvoudiger op worden.
Leer gerust veel meer over internationale economie met de hulp van een docent economie. Bij Superprof is dat mogelijk! Superprof beschikt privéleraren bij jou in de buurt.

Verdiep jezelf in internationale economische theorie en beleid
Hoewel internationale economie een breed vakgebied is, gaan studenten van deze bijzondere tak van de economische wetenschappen vaak graag deze uitdaging aan.
Internationale economie heeft zowel gevolgen voor het binnenlands beleid van een bepaald land, als voor het internationale politieke landschap. Studenten internationale economie krijgen heel wat carrièremogelijkheden, zoals:
- Een carrière als economisch of beleidsanalist;
- Economische artikelen schrijven als journalist;
- Het opstellen van het nieuwste beleid als ambtenaar; of
- Een carrière bij een internationale organisatie, zoals de WHO.
Deze mogelijkheden kunnen nog versterkt worden door internationale economie te combineren met een andere studierichting aan de universiteit, zoals internationale betrekkingen, financiën, of bedrijfsbeheer.
Het andere voordeel van een studie in de internationale economie is dat je alles wat je geleerd hebt gemakkelijk in de praktijk kunt brengen.
Wat is het verschil tussen invoer en uitvoer? Wie betaalt invoerrechten op ingevoerde goederen? Wat is het bruto binnenlands product (BBP) en hoe verhoudt het zich tot het bruto nationaal product (BNP)? Wat is het verschil tussen monetair beleid en fiscaal beleid?
Waar horen al deze economische variabelenze precies thuis in de theorie van de internationale economie?
De theorie van de internationale economie concentreert zich op handelspatronen, het effect van handel op de productie en de consumptietempo's - hoe vaak worden goederen gekocht/vervangen? Een laatste aspect van de internationale economische theorie heeft betrekking op de inkomensverdeling.
Al deze aspecten vallen onder de micro-economische kant van het handelsverkeer tussen naties.
Internationale macro-economie heeft daarentegen te maken met hoe geld van het ene land naar het andere stroomt, en welke gevolgen dat geld op de afzonderlijke landen heeft.
Als je de bestaande kennis van de economie combineert met je kennis van de politieke actualiteit en het economische wereldnieuws, ben je in een goede positie om het maximum te halen uit je cursussen over internationale economie.
Zoals we al eerder vermeld hebben - en zoals je ongetwijfeld weet, is internationale economie een diepgaande discipline die de consumentenvoorkeuren en produktiemiddelen van diverse landen bestudeert, alsook de mondiale instanties die hierop inwerken.
Soms kan het moeilijk zijn om de internationale economie en de economische problemen die dit vakgebied behandelt te begrijpen. Hoe kunnen bijvoorbeeld twee landen vergeleken worden als hun kosten van levensonderhoud lager zijn, hun productiviteit hoger en ze over meer natuurlijke rijkdommen beschikken?
Om deze concepten te begrijpen heb je op zijn minst een basiskennis nodig van micro- en macro-economie, terwijl je ook een beroep moet doen op andere vakgebieden, zoals politiek en internationale betrekkingen.
Indien je deze onderwerpen nog niet eerder onderzocht hebt, kan het aanvankelijk begrijpelijkerwijs moeilijk zijn om vertrouwd te raken met sommige basistheorieën van de internationale economie, zoals de globale economische rijkdom.
Door rijkdom te interpreteren als alleen maar financiële bezittingen miskent men het grotere perspectief van rijkdom op zich. Als we naar de economische rijkdom van de wereld kijken, spelen natuurlijke, menselijke en intellectuele hulpbronnen, en geldreserves allemaal een belangrijke rol.
Als je de economische rijkdom in de wereld bestudeert, is onvermijdelijk dat je een besef krijgt van de economische ongelijkheid.
Denk bijvoorbeeld aan het leven in Nederland. Wonen in Amsterdam wordt chique, bevoorrecht en duur gevonden in vergelijking met elders in ons land. Het beste onderwijs, het duurste vastgoed en de best betaalde banen vind je allemaal in onze hoofdstad.
Niet iedereen in Amsterdam leeft immers zo, of wel? Een aanzienlijk deel van de inwoners is niet welgesteld, leeft niet luxueus en heeft, sterker nog, soms moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
Dit is niet alleen het geval in Amsterdam, maar ook in de rest van de wereld. Hier wordt het interessant.
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) heeft, na lang onderzoek, verklaard dat de globalisering de ongelijkheid tussen de verschillende landen in de wereld heeft vergroot.
Zij vermelden vooral de technologische vooruitgang als een belangrijke factor in de toenemende ongelijkheid, waarbij ze erop wijzen dat de armere landen slechts in geringe mate van dergelijke veranderingen hebben kunnen profiteren, en dat de technische vooruitgang in de ontwikkelde landen daar op zijn minst gedeeltelijk verantwoordelijk voor is.
Deze ongelijkheden hebben tot massale migratie geleid, wat zowel de plaatselijke economieën als de wereldeconomie als geheel gedestabiliseerd heeft. Daarom vragen economen zich af: moet onze internationale economietheorie worden bijgesteld?
Als toekomstig econoom zul je in de vuurlinie staan van deze discussies komen te staan, en de resultaten daarvan zullen het internationale beleid waarschijnlijk ingrijpend veranderen. Nog nooit is het vak economie zo aantrekkelijk geweest, en nog nooit is het zo invloedrijk geweest.
Onderzoek alle economische gegevens die je maar vinden kunt, verdiep je in de materie en leer er vooral uit!
Als je hulp nodig hebt om deze complexe economische beleidsmaatregelen volledig te begrijpen, dan doe je best een beroep op je Superprof-docent economie.
De talloze leraren economie op Superprof kunnen je helpen beslissen in welke tak van de economie je wilt verdiepen.