Zoals bij elk vak op school of de universiteit, zijn er altijd wel bepaalde trefwoorden of zinnen die typisch zijn voor dat vak. Net zoals taalstudenten vervoegingen, het voltooid deelwoord en de verschillende naamvallen en tijden moeten leren, zo hebben ook studenten economie een eigen terminologie te doorgronden.
Er zijn enkele voor de hand liggende economische termen en onderwerpen die de leerlingen waarschijnlijk al zullen kennen, zoals:
- Financiële markten;
- Sparen in vergelijking met investeren; of
- Werkloosheidscijfers en trends.
Er zijn echter ook andere woorden die centraal staan in de economie, waar je misschien niet meteen aan denkt. Denk aan de groei van het BBP of hyperinflatie.
| Belangrijkste economische concepten: |
| Stimuli en subsidies |
| Vraag en aanbod |
| Kosten en baten |
| Schaarste |
| Macro- en micro-economie |
| Geld |
| Productiviteit |
Hieronder vind je een overzicht van deze belangrijke economische begrippen, inclusief fundamentele concepten die voor studenten misschien niet zo vanzelfsprekend zijn.
Economische concepten die je moet kennen
Als je vooruitgang wilt boeken in je studie economie, dan loont het de moeite om op de hoogte te zijn van de belangrijke concepten die tijdens de lessen aan de orde zullen komen.
Hieronder volgt slechts een kleine greep uit de termen die je moet kennen om het maximum uit je studies te halen. Natuurlijk lijken sommige woorden niet onmiddellijk relevant voor de lessen economie, zoals het concept van stimuli, maar zoals je zult zien is er een cruciale reden waarom deze ideeën zo belangrijk zijn voor het vakgebied.
Stimuli
Stimuli zijn zowel in de economie als in het economisch beleid erg belangrijk. Dit komt omdat stimuli vaak de vraag naar een bepaald goed of dienst gunstig beïnvloeden, want hoe hoger de stimulans, hoe groter de verwachte vraag naar dat product.
Verlaag je bijvoorbeeld de prijs van een chocoladereep, dan worden de consumenten gestimuleerd om er meer van te kopen, en daardoor zal de vraag naar dat product hoger zijn, en dus ook de verkoop.
Ontdek de economie van A tot Z met privéles! Een ervaren docent economie van Superprof helpt je graag op weg. Boek gerust bijles economie via Superprof!
Subsidies
Om het evenwicht op de markten te bewaren, zullen overheden allerlei publieke en particuliere ondernemingen subsidiëren. Deze subsidies kunnen bijvoorbeeld verleend worden in de vorm belastingvoordelen voor bedrijven, koolstofcredits voor fabrikanten die extra onkosten maken om de vervuiling te compenseren, of aan boeren, om de bodem te saneren en bepaalde gewassen te produceren, of een bepaald soort vee te fokken.
Subsidies hebben vaak hetzelfde effect als stimuli, want ze verstoren namelijk de economie. Zolang overheidsgeld - lees: belastinggeld - inefficiënt werkende bedrijven in stand houdt, kunnen economen geen juist beeld krijgen van hoe gezond de economie precies is.
Huisvestingssubsidies zijn hier een mooi voorbeeld van.
Naarmate de overheid woningen subsidieert - en zo meer mensen huisvest die anders uit de woningmarkt verdrongen zouden worden - wordt het moeilijker om de reële kosten van de stijgende huizenprijzen te ramen en de redenen te achterhalen waarom die prijzen zo dramatisch stijgen.
Een subsidie is in feite meer een pleister op economische wonden, terwijl stimuli een aanmoediging zijn om die gevaren te negeren. Beide praktijken leveren een vertekend economisch profiel op.
Ben je geïnteresseerd in het volgen van economie bijles online? Volg je lessen gerust via Superprof!
Geld
Geld is een kernaspect van de economie, maar er wordt vaak niet al te vaak over nagedacht als een concept of economische theorie.
Geld is belangrijk omdat het overal voorkomt. In zijn meest elementaire vorm is geld een middel waarmee een persoon een uitwisseling van goederen of diensten doet. De toepassing ervan in de economie is echter veel ruimer. Van aandelenmarkten tot monetair beleid, tot inflatie, geld staat aan de basis van allerlei economische concepten en theorieën.
Bovendien blijft de popularisering van nieuwe valuta zoals Bitcoin, economen uitdagen over de betekenis van geld, en over de invloed van zijn waarde op het economisch beleid en wereldwijde beslissingen.
Productiviteit
Productiviteit kan gebruikt worden om te meten hoe goed of slecht een economie presteert, want meestal duiden hogere productiviteitsniveaus op een groeiende economie.
Productiviteit wordt per definitie gemeten aan de hand van hoeveel output uit elke eenheid input ontstaat. Economen beschouwen arbeid gewoonlijk als een input, hoewel er ook andere inputs, zoals kapitaal, in overweging moeten worden genomen. De output kan gemeten worden aan de hand van elementen als het bruto binnenlands product.
Je kunt er echter de productiviteit van bijna alles mee meten, waardoor het een onmisbaar analyse-instrument en vooruitzicht biedt aan economen over de hele wereld.
Neem gerust bijles in economie en doe veel meer kennis op. Een docent economie van Superprof kan je daarbij helpen! Start vandaag nog met het volgen van bijlessen.
Vraag en aanbod
Elke markt wordt aangedreven door de volgende twee principes: de consumenten willen iets, de producenten hebben het. Zo ontstaat economische activiteit. Hiermee beschrijven we in essentie de wet van vraag en aanbod, maar daarbij gaat het niet alleen om het feit dat consumenten geld geven voor bepaalde producten.
De theorie onderzoekt de prijs die de consument bereid is voor een bepaald goed of dienst te betalen, versus het bedrag dat de producent bereid is ervoor te aanvaarden.
De wet van vraag en aanbod is afgeleid van twee, nog fundamentelere wetten: de wet van het aanbod en de wet van de vraag (logischerwijze).
Aan de aanbodzijde vertoont het verband tussen prijs en beschikbaarheid een opwaartse boog. Hoe hoger de prijs van een bepaald goed, hoe groter het aanbod van dat goed. Aan de vraagzijde daarentegen zien we een omgekeerde verhouding: hoe hoger de prijs, hoe lager de vraag.
Veronderstel dat een pas geopende bakkerij artisanale broden aanbiedt voor ongeveer de helft van de prijs die een andere bakkerij rekent voor hun broden. De mensen zullen uiteraard massaal naar die bakkerij trekken en hun voorraad brood zal al snel opraken. Die halve prijs was slechts een stimulans om klanten naar de nieuwe zaak te lokken. Nu de consumenten waarschijnlijk zullen terugkeren omdat ze weten dat deze nieuwe bakkerij lekker brood maakt, kunnen de bakkers een hogere prijs vragen.
Deze ambachtelijke bakkers moeten hun prijzen wel verstandig bepalen. Rekenen ze te veel, dan zullen hun klanten naar hun vertrouwde bakker terugkeren. Rekenen ze te weinig, dan zal hun onderneming verlies lijden. De bakkers moeten de perfecte balans vinden om hun onderneming te laten slagen.
De balans wordt bereikt wanneer de prijs van een bepaald goed of dienst van een producent in evenwicht is met het bedrag dat de consumenten ervoor willen betalen.
De markten streven naar evenwicht. Daarom zijn vraag en aanbod fundamentele concepten die elke economiestudent moet begrijpen.
Andere kerntakken van economie die je moet kennen
Afgezien van een handvol economische termen die je moet kennen, is de economische wetenschap ook ingedeeld in verschillende vakgebieden. Als je kennis hebt van deze concepten, wordt het heel wat gemakkelijker om te begrijpen wat die kerngebieden van de economie nu precies proberen te onderzoeken.
Macro-economie
Macro-economie is de studie van de economie in haar geheel en probeert het "grote geheel" te beschouwen van de manier waarop globale financiële markten en plaatselijke economieën in elkaar zitten. Enkele van de belangrijkste macro-economische termen die je tijdens je studie kunt tegenkomen zijn:
- De conjunctuurcyclus;
- Bruto binnenlands product (BBP);
- Inflatie en deflatie; en
- Monetair of fiscaal beleid
Er zijn nog andere belangrijke economische termen binnen dit gebied, zoals de totale vraag en het totale aanbod, dus is de bovenstaande lijst zeker niet volledig.
Als je moeite hebt met één van de trefwoorden inzake macro-economie, of meer over dit gebied te weten wilt komen, dan is het een goed idee om de hulp van een leraar economie in te roepen. Die kan je meer leren over de nieuwste macro-economische concepten en kwesties.
Op sites als Superprof kun je docenten vinden staan te popelen om met je samen te werken, en dat zowel online als in levende lijve. Ze zullen je helpen om je studie te concentreren op de specifieke aspecten waarbij jij hulp nodig hebt.
Micro-economie
Micro-economie is het yin voor het yang van de macro-economie. Het is, kort gezegd, het tegenovergestelde van macro-economie, want micro-economie probeert uit te zoeken welke invloed individuen en afzonderlijke bedrijven op de economie kunnen uitoefenen, en wat die economische actoren ertoe brengt om bepaalde beslissingen te nemen.
Termen uit de micro-economie die je tegen kunt komen zijn o.a.:
- De prijselasticiteit van de vraag;
- Asymmetrische informatie; en
- Inkomensverdeling.
Als je geïnteresseerd bent in de studie van individuen en hun gedrag, vind je misschien ook het relatief nieuwe gebied van de gedragseconomie interessant. Mensen als Daniel Kahneman en Amos Tversky hebben dit vakgebied naar voren geschoven, en beweren in essentie dat individuen niet op een zeer rationele manier handelen.
Eigenlijk laat deze mengeling van psychologie en economie zien hoe ingrijpend economische studies kunnen zijn. Als je geïnteresseerd bent om meer te weten te komen over dit vakgebied, dan kun je misschien "Thinking, Fast and Slow" van Kahneman lezen.
Kosten en baten
Elke snuggere consument weet dat hij het maximum voor zijn geld moet krijgen. Je kunt dat op verschillende manieren zeggen: het meeste waar voor je geld, waar voor je geld krijgen... Dit heeft allemaal betrekking op de theorie van rationale keuze.
Deze theorie komt er in essentie op neer dat consumenten rationele beslissingen nemen. Deze beslissingen impliceren dat de verhouding tussen de voordelen en de uitgaven - de kosten van hun beslissing - gemaximaliseerd wordt.
Dat is duidelijk rationeel; veel betalen voor een klein, waardeloos voorwerp zou onlogisch en irrationeel zijn. In economische termen betekent rationeel echter niet noodzakelijk logisch; het staat namelijk voor evenwicht.
Je kunt het zo zien. Stel dat je een beetje geld hebt en jezelf op iets lekkers wilt trakteren. Op naar je favoriete koffiehuis, om de uitgestalde taarten te bestuderen. Sommige zijn nogal prijzig en, ook al heb je dat beetje extra, het is misschien niet de moeite waard om de meest royale en dure taart te nemen. De taart die voorziet in je behoefte is voldoende.
En dan nu over productie.
Stel dat de vraag naar taarten plotseling explosief gestegen is. Om aan die vraag te voldoen kan de taartenfabriek meer arbeiders aannemen, maar wel alleen als de winst die de huidige vraag oplevert hun extra bedrijfskosten dekt - meer salarissen, meer grondstoffen om taarten mee te maken, enzovoort.
Deze kosten/baten-analyse geldt niet alleen voor economische kwesties. Als student zou je bijvoorbeeld een afweging kunnen maken tussen de kosten van het verwaarlozen van een algemene studie, en de voordelen van cursussen die je toekomstige carrièremogelijkheden zullen vergroten. Of de kosten van een familieverplichting verwaarlozen tegenover het voordeel van uitgaan met je vrienden.
In een perfecte wereld zouden we kunnen aannemen dat mensen zich altijd rationeel gedragen wanneer het om economische zaken gaat, maar we worden telkens weer geconfronteerd met verstoringen in onze rationaliteit.
Reclame werkt net als stimuli. Ze verstoren ons redevermogen en doen ons verlangen naar het aangeprezen voorwerp.
Voor de gemiddelde consument is het moeilijk om economische beslissingen te nemen die louter op hun zorgvuldige kosten/baten-analyses berusten, wanneer ons visueel, hoorbaar en leesbaar verteld wordt dat we helemaal niets zijn zonder dit nieuwste product. Consumenten handelen meer en meer op irrationele wijze, waarbij ze meer geleid worden door hun emoties dan hun gezond verstand.
Adverteerders zijn zich goed bewust van dat verschijnsel. Hun voordeel - hogere winsten, overtreft ruimschoots elke ethische vraag of tegenreactie die ze te verduren zouden kunnen krijgen, dus blijven ze steeds provocatievere reclames maken om de consument te blijven verleiden.
Leer je liever via privélessen? Boek gerust privéles met een economie docent via Superprof. De docenten van Superprof helpen je graag!
Technologie speelt een cruciale rol in de economie
Een ander kernbegrip dat de economische wetenschap sterk beïnvloed heeft is technologie. Hoewel technologie een zeer ruim begrip is, is de invloed van technologie op de economie onbetwistbaar.
Neem bijvoorbeeld de eerste Industriële Revolutie, die in de 18e eeuw in Groot-Brittannië begon, en die een enorme invloed had op bijna elk aspect van het leven, van:
- Hoe en waar mensen woonden;
- Toename van rijkdom - zowel voor de zakenwereld als in mindere mate voor de arbeidersklasse; en
- Verbeteringen in de arbeidsomstandigheden.
Vanaf dit keerpunt werd de basis gelegd voor veel moderne en ontwikkelingseconomieën, al zijn de leef- en werkomstandigheden in de afgelopen paar honderd jaar natuurlijk sterk veranderd.
Je ziet ook de invloed van de technologische vooruitgang op de economie, de economische groei en de economische bedrijvigheid in de afgelopen decennia. De manier waarop men handel drijft is de laatste 50 jaar fundamenteel veranderd, waarbij een verschuiving optrad naar de digitale economie en het tijdperk van het internet, dat ook wel de vierde industriële revolutie wordt genoemd.
Sommigen beweren nu zelfs dat, door de ruime beschikbaarheid van online informatie, elke waargenomen informatie-asymmetrie in de economie in feite is verminderd.
Dit komt omdat kopers nu meer dan ooit toegang hebben tot objectieve informatie over een bepaald product, waardoor informatieverschillen of onzekerheid die vroeger tussen kopers en verkopers bestonden, worden gereduceerd.
Ben je op zoek naar bijles economie? Er wordt veel naar bijles economie gezocht, laat je gerust helpen door een van onze economie privéleraren van Superprof. Zij staan voor jou klaar!
Wat je moet weten over schaarste
Na stimuli, vraag/aanbod, en kosten/baten, is schaarste ook een belangrijk economisch concept dat je moet kennen. Gelukkig ken je dit begrip al; het heeft te maken met hoeveel voorraden ter beschikking staan.
Je familie is misschien heel welgesteld - er ontbreekt je niets en je hoeft je geen zorgen te maken dat over al je lichamelijke (en tenminste sommige psychologische) behoeften. Toch heb je al schaarste ervaren.
Onze planeet heeft een eindige voorraad. De Russische olievelden lijken bijvoorbeeld enorm groot, maar ze dreigen snel uitgeput te raken. Die regering en de eigenaars van de boorputten hebben al verschillende onrendabele boorputten moeten sluiten. Misschien denk je dat de schaarste in de Russische olievelden niets te maken heeft met de rest van de wereld - ze liggen immers in Rusland.
Maar ondanks hun locatie bepaalt de uitputting van de olie de prijs die de consument voor benzine zal betalen, wat betekent dat de toenemende schaarste van deze eindige grondstof de prijzen over de hele wereld zal beïnvloeden.
Op dit moment heeft het gebrek aan halfgeleiderchips vrijwel elke industrie, van elektronica tot autoproductie, sterk afgeremd.
Niet alleen dit, maar ook andere tekorten omwille van de pandemie, toont aan dat de grondstof niet per se beperkt hoeft te zijn. Schaarste kan namelijk ook veroorzaakt worden door externe factoren. Politieke onenigheid over de handelsbalans is maar één van de oorzaken van het aanhoudende tekort aan chips. Een andere factor is de door de pandemie veroorzaakte sluiting van productie-eenheden en vertragingen in de verzending.
Schaarste is zo'n fundamentele economische drijfveer omdat ze recht tegenover de onbeperkte vraag staat. We hebben het hier niet over een selecte groep consumenten die bijzonder hebberig is; maar over het feit dat elke consument dezelfde soorten behoeften heeft. De voedselproductie is hier de beste manier om het punt te verduidelijken.
Sommige consumenten willen brood, terwijl anderen noedels willen. Er is echter maar een beperkte hoeveelheid tarwe om het meel voor deze producten te maken. Hoeveel meel moet worden gereserveerd worden voor de bereiding van brood en hoeveel voor de productie van noedels?
Deze schaarste dwingt tot een grondig onderzoek van vraag en aanbod, en kosten en baten. Kopen de mensen meer pasta dan brood, of is het omgekeerde het geval? Welke is voordeliger om te produceren? Welke zou het grootste profijt opleveren - zowel meer winst als een groter aanbod? Bij het beantwoorden van deze vragen komen veel onduidelijkheden naar boven.
Noedels zijn langer houdbaar, maar meer mensen kopen brood, en brood wordt vaak dagelijks gekocht, in tegenstelling tot noedels. Brood bakken vraagt veel middelen - de toegevoegde ingrediënten, maar ook de kosten om het brood te bakken. Brood bakken is ook arbeidsintensiever, zodat er bij de broodproductie meer arbeiders nodig zijn.
Uit deze analyse kun je afleiden dat broodbakkers het grootste deel van het meel zouden krijgen, vooral als we denken aan alle noedels die nu in opslagplaatsen liggen, in afwachting van de distributie naar de plaatselijke markten. Er is geen onmiddellijke noodzaak om meer noedels te produceren.
Schaarste dwingt de producenten om een beslissing te nemen over de meest efficiënte verdeling van de middelen, zodat aan de hoogste prioriteiten van de markt wordt voldaan.
Leer meer over schaarste met behulp van een economie docent. Superprof beschikt over economie docenten bij jou in de buurt die privélessen aanbieden!
Verdiep je kennis van economische begrippen
Je ontkomt er niet aan - er verschijnen heel wat nieuwe woorden en zinnen als je voor het eerst economie gaat studeren. Zelfs als je al een paar jaar economie studeert, of aan een universitaire opleiding economie bezig bent, zul je merken dat er steeds weer nieuwe termen of begrippen opduiken.
Vraag en aanbod, kosten en baten, schaarste en stimuli: deze vier fundamentele economische concepten liggen, samen met de andere die in dit artikel besproken worden, aan de basis van de economische wetenschappen - zowel degene die je in je economielessen op school volgt, als de economische theorie in haar geheel.
Gelukkig zijn er een paar handige trucs om deze concepten in de vingers te krijgen. Probeer te begrijpen op welk gebied van de economie de term van toepassing is. Hoort de term prijselasticiteit van de vraag of een concept als rentetarieven bijvoorbeeld thuis in het vakgebied van de:
- Macro-economie;
- Micro-economie;
- Wereldeconomie en internationale handel; of
- Een mengeling van verschillende vakgebieden
Door na te gaan onder welke tak van de economische wetenschap een bepaalde term valt, kun je de nieuwe term misschien associëren met de concepten die je al kent, waardoor je kennis verdiept wordt en de nieuwe term beter in je geheugen blijft hangen.
Merk je toch dat je het moeilijk hebt, dan kun je altijd hulp inroepen. Leraren economie hebben ervaring met allerlei economische concepten en kunnen je helpen met oefeningen en praktijkvoorbeelden, zodat je gemakkelijk je kennis van bepaalde gebieden verder kunt ontwikkelen.
Voer op de website van Superprof je postcode en het onderwerp in, en dan word je aan een leraar in je buurt gekoppeld. Er is zowel mogelijkheid tot individuele begeleiding als groepsles, zodat je zowel de nodige les krijgt, maar daarom geen fortuin hoeft uit te geven.
Kennis van de economische grondbeginselen kan een grote troef zijn bij je cursus of examen, dus wacht niet te lang om ze te leren, en dan vooral degene die sterk aanwezig zijn in je leerplan.
Of je nu meer wilt weten over de wereldwijde financiële crisis van 2008 of over de huidige economische wereldproblemen, of over de economische toestand van de Eurozone, onthoud dat vele economen vóór jou ook hun kennis over zulke problemen en hun implicaties ergens moesten opdoen. Daarom is het altijd een goed idee om pro-actief te zijn en zo nodig naar extra steun te vragen.
Vond je dit artikel leuk? Laat een beoordeling achter!
Laden...
Heel handig als basistekst, dank je wel.