Aan het begin van de 18e eeuw was Frankrijk een dichtbevolkt land. Binnen de landsgrenzen woonden 26 miljoen mensen, en dat aantal groeide in de loop van de eeuw met nog eens zo’n 10 miljoen.
Ziekte, voedseltekorten, gebrek aan kansen en diepe ongelijkheid bepaalden het dagelijks leven. Gecombineerd met zwak leiderschap, corruptie en de opkomst van Verlichtingsideeën was het tijdperk rijp voor revolutie. In dit artikel gaan we op zoek naar de oorzaken van de Franse Revolutie.
Het leven in het Frankrijk vóór de Revolutie
Het feodalisme was eeuwenlang de dominante sociale structuur in Europa. Het systeem bestond uit drie hoofdgroepen: heren, vazallen en domeinen. Deze werden gegroepeerd in drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boerenstand.
In andere Europese landen was men al begonnen met het afschaffen van deze structuren, of waren ze al grotendeels verdwenen. In Frankrijk daarentegen ontwikkelde het feodale systeem zich juist verder tot een complex netwerk van regionale machtsstructuren.
Daardoor konden landeigenaren voor vrijwel alles geld vragen – van doorgangsrechten in bossen tot tol op reiswegen.
Lagere heren privatiseerden staatsrechten en legden hun eigen wetten op.
Naarmate de seigneurs meer land onder hun hoede kregen, voerden zij belastingen, heffingen en regels in die vooral hun eigen economische en politieke belangen dienden. Een veelgenoemde oorzaak Franse Revolutie is de torenhoge belastingdruk voor het gewone volk. Die versnippering van macht was niet overal even sterk, maar kwam vaak genoeg voor om het leven van boeren zwaar en uitzichtloos te maken.
Tegelijkertijd begon bij de groeiende groep van kooplieden, ambachtslieden en andere burgers het besef te groeien dat hun rijkdom geen politieke invloed opleverde. Deze bourgeoisie begon de vooruitstrevende ideeën van Verlichtingsdenkers serieus te overwegen.
Ook sommige boeren bezaten stukjes land, en zij wilden dezelfde rechten als andere landeigenaren. Ze wilden hun bezit uitbreiden, maar dat werd tegengehouden door de wetten van die tijd.
Doordat de levensstandaard steeg, daalde het sterftecijfer in Frankrijk. Dit leidde tot een snel groeiende bevolking. Parijs telde alleen al 600.000 inwoners.
Door de bevolkingsgroei nam de vraag naar voedsel en voorzieningen sterk toe, wat de economie onder grote druk zette. Vanaf ongeveer 1770 braken steeds vaker rellen en opstanden uit. Daaruit ontstond een steeds luidere roep om sociale hervormingen.
Maar welke hervormingen moesten er komen? Mensen uit verschillende lagen van de bevolking dachten daar verschillend over. Die discussies gingen door tijdens de Terreur en zelfs in de daaropvolgende Franse republieken.
Al deze factoren vormden samen het brandhout dat het Franse landschap in lichterlaaie zou zetten. Politieke, sociale en religieuze structuren zouden voorgoed veranderen zodra het revolutionaire vuur was gedoofd.

Franse Revolutie Oorzaken: Economie, Politiek en Ongelijkheid
De oorzaken Franse Revolutie liggen in economische ongelijkheid, sociale spanningen en politiek onrecht. Het Huis Bourbon claimde de Franse kroon in de 16e eeuw. Waar eerdere koningen het idee probeerden te verspreiden dat zij regeerden bij goddelijk recht, slaagden ze daar niet volledig in. De Bourbonkoningen wisten dat echter zó overtuigend te verkopen dat het geloof erin tegen de tijd van de Revolutie diepgeworteld was.
Andere koningen vertrouwden op hun hof – graven, hertogen en andere hoge edelen – om beslissingen te nemen. Voor de Bourbonkoningen betekende het goddelijk recht echter dat hun macht absoluut was.
Ze namen hun besluiten eenzijdig, soms na overleg, maar zeker zonder consensus – en meestal tot ergernis van minstens één partij.
Volgens vrijwel alle bronnen was de laatste Bourbonkoning, Lodewijk XVI, onbekwaam. Kort na zijn troonsbestijging probeerde hij het Franse bestuur te hervormen en de financiële crisis aan te pakken. Maar zijn pogingen maakten de adel woedend, die er vervolgens in slaagde zijn plannen te blokkeren. Ook andere hervormingen mislukten:
Initiatief | Gevolg |
Tolerantie jegens niet-katholieken | Maakte de geestelijkheid woedend |
Deregulering van de graanmarkt | Dreef de broodprijzen op |
Steun aan Amerikaanse kolonisten | Leidde tot financiële crisis |
Hogere belastingen voor gewone burgers | Riep opstanden op, waaronder de bestorming van de Bastille |
Ondanks zijn absolute macht stond Lodewijk XVI bekend als besluiteloos. Bij staats- en financiële zaken liet hij zich vaak beïnvloeden door zijn vrouw, Marie Antoinette. Haar bemoeienis met de staatskas was een van de redenen waarom zij uiteindelijk werd geguillotineerd na de val van de monarchie.
Vertegenwoordigers van de drie standen liepen over hem heen, verwierpen zijn voorstellen en behandelden hem met openlijke minachting. Zwak en ineffectief leiderschap geldt als een van de directe oorzaken van de Franse Revolutie.
Oorzaak van de Franse Revolutie: Het Onhoudbare Ancien Régime
Hoe begon de Franse Revolutie? Met protesten tegen onrechtvaardige belastingen en het absolute koningschap. Lodewijk XVI erfde geen gezonde schatkist, mede door de spilzucht van zijn voorgangers. Toch mogen we aannemen dat hij oprecht van plan was de financiën te hervormen.
Maar zijn plannen veroorzaakten economische onvrede in alle lagen van de bevolking. Vooral het idee dat gewone burgers de volledige belastingdruk moesten dragen, leidde tot veel verzet.
Zijn financiële beleid alleen had al genoeg kunnen zijn om het land richting revolutie te duwen. Maar er was nog een extra factor: oorlog.

De honger naar oorlog
Oorlog | Gevolg |
Zevenjarige Oorlog (1756–1763) | Strijd tegen Groot-Brittannië. Grote verliezen aan vloot en kolonies. Verlies van invloed in Canada. |
Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775–1783) | Opnieuw strijd tegen Groot-Brittannië. Enorme uitgaven. Hoge kosten voor troepenbewegingen. Miljoenen livres naar het buitenland gestuurd. |
De verliezen uit de eerste oorlog legden een enorme druk op de schatkist. De kosten van de tweede oorlog – voor transport en bevoorrading – brachten het land bijna aan de rand van faillissement.
Om deze oorlogen te financieren wilde de monarchie de bevolking zwaarder belasten, maar opnieuw werden de geestelijkheid en de adel buiten schot gelaten. De Derde Stand, de gewone burgers, kregen de zwaarste last te dragen toen de rekening gepresenteerd werd.
Tegenwoordig discussiëren historici over de vraag of de Revolutie ook zou zijn uitgebroken zonder de financiële crisis. Opstanden kwamen tenslotte wel vaker voor in Frankrijk. Maar drie factoren maakten nu het verschil:
- De groeiende bevolking
- Zwak leiderschap
- Aanhoudende financiële rampspoed
Hoe begon de Franse Revolutie? De politieke crisis als gevolg van economisch wanbeheer vat de opstapeling van onvrede samen. De Franse Revolutie oorzaken zijn complex en omvatten zowel structurele als directe factoren. Zo ook de gevolgen ervan.
Oorzaken van de Franse Revolutie: De Verlichting als brandstof voor de Revolutie
Een belangrijke oorzaak van de Franse Revolutie was het groeiende wantrouwen in het oude koninklijke systeem. Frankrijk – en Europa – kende eeuwenlang geleidelijke vooruitgang op het gebied van technologie en samenleving. Toen begon de Verlichting, een periode van intellectuele en filosofische bloei in heel Europa. Veel van de toonaangevende denkers kwamen uit Frankrijk.
Verlichte denkers verachtten zowel de monarchie als de Kerk, met name de katholieke. Ze verwierpen het bestaan van monniken als ‘nutteloos’ en bekritiseerden de Kerk om haar bijgeloof, irrationele overtuigingen en greep op de samenleving.
Ironisch genoeg was het de Kerk die het volk leerde lezen – waardoor een groot deel van de bevolking juist bekend raakte met Verlichtingsideeën, ook de kritische opvattingen over de Kerk.
Het was niet alleen de hebzucht en corruptie van de Kerk die mensen ervan afkeerde, maar ook de invloed van de Verlichting. Als gevolg daarvan stortte de macht van de Kerk in. Frankrijk werd tijdens de Revolutie een seculiere samenleving. De oorzaken van de Franse Revolutie lagen diep geworteld in sociale hiërarchie en economische crisis.
Doe veel meer kennis op met de hulp van onze docenten Frans op Superprof. Zij helpen je graag verder!

Het standenstelsel en sociale ongelijkheid
Waarom begon de Franse Revolutie? Omdat het volk geen andere uitweg meer zag uit armoede en onrecht. Ongelijkheid is zo oud als de beschaving zelf. In Frankrijk hield de monarchie een systeem van drie états (standen) in stand dat sociale ongelijkheid verankerde. De directe aanleiding Franse Revolutie was de bestorming van de Bastille, een symbool van koninklijke macht. Privileges en rijkdom waren afhankelijk van je plaats in dit systeem:
- Eerste Stand: katholieke geestelijkheid – nonnen, monniken, bisschoppen
- Tweede Stand: adel – graven, hertogen, baronnen, markiezen
- Derde Stand: gewone mensen – ambachtslieden, kooplieden, boeren
De eerste twee standen genoten veel rechten en privileges, waaronder vrijstelling van belasting. Daardoor kwam de financiële last juist terecht bij degenen die het minst konden dragen.
Vlak voor de Revolutie werd die last nog zwaarder door de militaire avonturen van de koning en de uitbundige uitgaven van de koningin.
Elke film over de Franse Revolutie laat zien hoe onrechtvaardige belastingheffing een centraal punt was in de revolutionaire argumenten. Maar het ging niet alleen om belastingen. Het ging ook om de buitensporige privileges van de elite.
- De koning koos de kant van de Eerste en Tweede Stand
- Hij ondermijnde hervormingsvoorstellen van de Derde Stand
- De Eerste en Tweede Stand werkten samen om de Derde Stand te benadelen
Waarom brak de Franse Revolutie uit? Het Ancien Régime – de oude orde – was onhoudbaar geworden. Een zwakke koning die zijn favorieten voortrok en de meerderheid van de bevolking uitbuitte, ging uiteindelijk te ver.
Nieuwe ideeën wezen de weg naar een eerlijker systeem. En met al deze factoren tegelijk werd revolutie onvermijdelijk.