"Het leven is als een schaakspel - je wilt geen enkele zet verknoeien." - Bing Gordon
Er zijn heel wat populaire spelen die overeenkomsten hebben met het echte leven. Er is bijvoorbeeld zelfs een bordspel dat "Life" heet en waarin er ook dingen gebeuren die in de echte wereld plaatsvinden! Ook een van de meest geliefde spelen ter wereld, namelijk schaken, vertoont diverse gelijkenissen met het echte leven. Hoezo dan?
Wel, schaken is in de eerste plaats een strategisch spel, waarbij je de stukken van de ene naar de andere kant van het bord moet verplaatsen. De speler moet zijn zetten zorgvuldig plannen en verstandige beslissingen kunnen nemen, anders zal hij de gevolgen moeten dragen en het spel verliezen. Net als in het leven is het bij schaken ook goed om te weten hoe je iemand kunt doorgronden.
We kunnen zo blijven doorgaan, maar uiteindelijk hebben we liever dat onze lezers deze overeenkomsten met het echte leven zelf ontdekken!
In dit artikel gaan we dieper in op de regels van het schaakspel.
Wie bepaalt de regels van het schaakspel?

Hoewel de regelslicht gewijzigd zijn sinds de 18e eeuw, zijn ze toch grotendeels hetzelfde gebleven en worden ze tegenwoordig opgelegd door een betrouwbare organisatie, de FIDE. FIDE staat voor de Fédération Internationale des Échecs, of de wereldschaakbond.
De FIDE werd in 1924 opgericht in Parijs. Het doel was de organisatie, regulering en planning van internationale schaakcompetities. Omdat er slechts één federatie is, kunnen de regels van het schaakspel nauwkeurig opgevolgd worden en zijn ze in elk land gelijk.
De wereldschaakbond telt 190 landen. In 1999 werd de FIDE officieel erkend door het Internationaal Olympisch Comité (IOC).
Het motto van de FIDE, Gens Una Sumus, "Wij zijn één familie", streeft ernaar om personen uit verschillende landen te verenigen via hetzelfde spel of dezelfde sport, namelijk schaken. Verder moet er ook op gewezen worden dat, ook al probeert de FIDE de schaakregels in elk land te harmoniseren, er door sommige nationale federaties kleine wijzigingen kunnen worden aangebracht. Omdat schaken zo'n populair spel is met zoveel speeltechnieken, is het goed dat er een instantie als de FIDE bestaat die alles in goede banen leidt.
Wil je schaken leren? Je vindt de allernieuwste informatie over schaken en de regels van het spel op de FIDE website.
De basisregels van het schaakspel
Nu we hebben achterhaald welke organisatie de internationale regels van het schaakspel bepaalt, moeten we deze regels goed bestuderen, willen we zo veel mogelijk partijen kunnen winnen!
De regels van het schaakspel zijn divers en gemakkelijker uit te leggen als we ze in kleinere categorieën verdelen. Zo kunnen we het geheel beter begrijpen. Daarom bekijken we hierna de schaakregels in hun chronologische volgorde, zodat beginners het van de eerste keer goed doen.
Het bord opstellen
Voordat je leert hoe je de stukken strategisch over het bord verplaatst, moet je leren hoe je het schaakbord correct opstelt!
Het schaakbord moet zo worden opgesteld dat beide spelers rechtsonder een wit vakje zien.
Nadat het schaakbord correct is opgesteld, worden de stukken geplaatst. Dit gebeurt elke keer op dezelfde manier. Op de tweede rij vanaf de speler komen de acht pionnen te staan. Die bezetten elk veld, ongeacht de kleur.
Op de eerste rij worden de schaakstukken geplaatst op de volgende manier:
- Torens in de hoeken,
- De paarden naast de torens,
- De lopers naast de paarden,
- De dame komt op haar gepaste kleur te staan. De witte dame komt op een wit veld, de zwarte dame op een zwart veld.
- De koning komt op het overgebleven vak te staan.
Op basis van deze informatie kun je nu afleiden dat de volgende aantallen stukken op het bord komen te staan:
- Acht pionnen,
- Twee torens,
- Twee paarden,
- Twee lopers,
- Een dame,
- Een koning.
Nadat je het bord correct hebt opgesteld, is het tijd om de stukken te gaan verplaatsen!
Hoe elk stuk zich verplaatst
Omdat alle schaakstukken uniek zijn, beseffen de meeste beginners ook dat ze zich op verschillende manieren voortbewegen. Het is erg belangrijk dat je onthoudt hoe elk stuk zich voortbeweegt. Dit kan namelijk het verschil maken tussen een overwinning of verlies. Een speler die vergeet hoe de stukken zich verplaatsen, zal het hoogstwaarschijnlijk niet halen.
Een beginner die regelmatig oefent, zal echter snel de zetten van elk stuk kunnen onthouden.
Hoe beweegt elk stuk zich nu voort? Zijn er bepaalde limieten aan de manier waarop bepaalde stukken zich voortbewegen?

De bijzondere spelregels
Als je de zetten van elk stuk kent en een goede strategie toepast, dan maak je kans om het spel te winnen. We raden je echter aan om de bijzondere spelregels te leren kennen, die kunnen namelijk je techniek verbeteren en je meer inzicht in het schaakspel bieden.
Wat zijn de bijzondere spelregels van het schaakspel? Dit zijn enkele bijzondere spelregels die het schaakspel spannender en aangenamer maken:
- Rokeren: bij deze speciale zet wordt de koning twee velden naar een toren toe verplaatst en wordt daarna de toren aan de andere kant van de koning geplaatst. De speler mag wel niet vergeten dat hij de koning en de toren niet tegelijk mag verplaatsen. Rokeren is alleen toegestaan tijdens bepaalde omstandigheden, waarover je hier meer te weten kunt komen.
- En passant slaan: een en passant-zet wordt voltooid als de pion bij zijn eerste zet twee velden naar buiten gaat en aan de kant van een pion van de tegenstander terechtkomt, waarbij hij met succes langs de pion van de tegenstander springt en aanvankelijk aan slaan kan ontsnappen; niettemin heeft die andere pion de mogelijkheid om de eerste pion te slaan terwijl hij passeert. De en passant-zet moet snel worden gemaakt, wil men niet gevangen gezet worden.
- Promotie: dankzij deze speciale regel kan een pion, als hij op de achtste rij van het schaakbord staat, worden omgezet in een paard, loper, toren of dame van dezelfde kleur. De speler moet zelf kiezen welk schaakstuk het moet worden; meestal kiest men een dame.
De regels van schaak en schaakmat

Volgens de regels van het schaakspel moet je, om een partij te winnen, zowel schaak als schaakmat staan tegen de koning van de tegenstander. Hoe doe je dat?
Een schaak wordt bereikt als de koning wordt aangevallen door minstens één vijandelijk schaakstuk. Als een koning schaak staat, is het vrijwel onmogelijk om er onderuit te komen, behalve met drie specifieke zetten:
- Door de koning naar een veld te verplaatsen waar hij niet schaak staat,
- Door het stuk van de tegenstander dat je schaak zet te slaan; een speler mag daarvoor de koning gebruiken,
- Door de schaak de blokkeren, dit doe je door een stuk tussen de koning en het stuk van de tegenstander te plaatsen.
Als het onmogelijk is een van de eerder genoemde zetten uit te voeren, staat de koning schaakmat, en is het spel helemaal voorbij.
De regels omschreven daarom een schaakmat als het moment waarop de koning schaak komt te staan, en er geen toegestane manieren meer zijn om een schaak te vermijden. In tegenstelling tot andere schaakstukken is het op dit moment niet meer mogelijk om de koning van de tegenstander te slaan.
Regels van het eindspel
Naast schaak of schaakmat zijn er nog bijkomende eindspelregels waarmee je rekening moet houden. Zoals? In de volgende vind je enkele eindspelregels en bijzonderheden:
- Opgeven: in plaats van tot schaak en schaakmat te komen, kan een speler ervoor kiezen om op te geven en het spel uit handen te geven. Opgeven is geen aanrader, maar het is wel mogelijk!
- Dode stelling: een andere eindspelsituatie is de dode stelling, en dit omdat er geen regels zijn waarmee de posities van bepaalde stukken, zoals een koning tegen de koning, koning tegen koning en loper, koning tegen koning en paard, enz. bepaald kunnen worden.
- Remise: soms is er geen duidelijke winnaar, en eindigt het spel in een gelijkspel. Een remise kan in specifieke situaties voorkomen.
- Vlagval: bij schaakpartijen met een tijdsbeperking eindigt de partij in verlies voor een speler die alle tijd op zijn klok heeft opgebruikt.
Verschillen de regels voor wedstrijdschaak?

De wedstrijdregels voor schaken zijn erg specifiek en uniek voor wedstrijden die bekend staan als "over-the-board" (OTB) wedstrijden. De OTB-regels worden bepaald door de FIDE, en zijn bedoeld om wedstrijdschaak in alle landen op gelijke voet te laten verlopen.
Sommige specifieke regels van wedstrijdschaak kunnen variëren in de volgende aspecten van het spel:
- De beweging van de stukken,
- Pièce touchée,
- De tijdsduur van de partij,
- Schaaknotatie,
- Specifieke onregelmatigheden,
- Sportiviteit.
We raden je aan om enkele van de wedstrijdregels te bestuderen op betrouwbare online bronnen zoals Chess.com en de website van de FIDE.
We kunnen hierbij besluiten dat een beginnende schaker, als hij de algemene regels van het schaakspel in chronologische volgorde volgt, zeker in staat is om snel beter te worden en zoveel mogelijk partijen te winnen!