Het examen Nederlands bestaat uit twee delen, te weten het schoolexamen en het centrale examen. Beide onderdelen tellen even zwaar en bepalen je uiteindelijke eindcijfer.
Het schoolexamen Nederlands bestaat uit een verzameling toetsen en praktische opdrachten die je verspreid over het jaar van mbo, havo of vwo doet.
Bij het centraal examen Nederlands komen er een aantal onderdelen - verschillend per niveau - aan bod, waarvan je geacht wordt kennis van te hebben.
Ja, en het is bijna weer zover. Het centraal eindexamen Nederlands staat voor de deur. Een verplicht vak op het mbo, de havo en het vwo. Voor elk eindexamen bestaan er verschillen in wat je moet weten.
Niveau 1F staat voor basisgebruiker; Niveau 2F staat voor onafhankelijke gebruiker (mbo-2 en mbo-3); Niveau 3F staat voor onafhankelijke gebruiker (havo, mbo-4) en Niveau 4F staat voor vaardige gebruiker (vwo).
Hieronder gaan we het hebben over het wat je moet weten over de verschillende niveaus, hoe je je schrijfvaardigheid en spelling kunt verbeteren en hoe je je het beste kunt voorbereiden op je examen Nederlands.

Wat Moet je Weten op de Verschillende Niveaus?
We gaan hier respectievelijk in op het mbo-2 en mbo-3,niveau 2F, het havo en mbo-4, niveau 3F en het vwo, niveau 4F.
MBO-2 en MBO-3, Niveau 2F
Op dit niveau staan de volgende onderdelen centraal, waar je op je eindexamen vragen over kunt verwachten:
- Mondelinge taalvaardigheid: gesprekken, luisteren en spreken;
- Lezen: zakelijke teksten en fictie teksten;
- Schrijven;
- Begrippenlijst en taalverzorging.
Bij het centraal eindexamen Nederlands Niveau F2 gaat het vooral om leesteksten en (kijk)luisterfragmenten.
Bij lezen en luisteren moet je teksten kunnen lezen en begrijpen over alledaagse onderwerpen, teksten die bij jouw leefwereld passen, maar ook teksten die iets verder van je afstaan.
Je krijgt informatieve teksten, instructieve teksten en betogende teksten. Uit die teksten moet je hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden en relaties kunnen leggen tussen de tekst delen (inleiding, kern, slot).
Bovendien moet je informatie kunnen ordenen, bijvoorbeeld op basis van signaalwoorden en beeldspraak kunnen herkennen.

Nederlands Eindexamen HAVO en MBO-4, Niveau 3F
Hier moet je kennis hebben van de volgende onderdelen:
- Lezen van informatieve teksten;
- Lezen van instructies;
- Lezen van betogende teksten.
Op het centraal examen Nederlands niveau 3F moet je in staat zijn om een grote variatie aan teksten die over beroepsopleiding en de maatschappij gaan met begrip te lezen en daar vragen over te beantwoorden.
Je moet informatieve teksten, instructieve teksten, betogende teksten kunnen lezen en begrijpen. Je moet de tekstsoorten kunnen herkennen en vaardig kunnen zijn in:
- De hoofdgedachte in eigen woorden kunnen weergeven;
- De relaties herkennen zoals: oorzaak-doel-gevolg en middel-doel-opsomming;
- Het onderscheid wetentussen hoofd- en bijzaken, meningen en feiten;
- Het verschil weten tussen standpunt, argument en drogreden.
Eindexamen Nederlands VWO, Niveau 4F
- Leesvaardigheid;
- Argumentatieve vaardigheden.
Op niveau 4F zijn de te lezen teksten complex en de structuur is niet altijd even duidelijk. Je moet complexe informatieve en betogende teksten kunnen lezen en begrijpen.
Je moet het verschil weten tussen betogende -, beschouwende - en uiteenzettende teksten. Je kunt argumenten, subjectieve argumenten en drogredenen van elkaar weten te onderscheiden. Je herkent argumentatieschema's en ironisch taalgebruik.
Veelgemaakte Fouten en Tips Eindexamen Nederlands
Veelgemaakte fouten in het eindexamen Nederlands zitten vooral in de spelling, woordgebruik en de zinsbouw (verkeerde woordopbouw). Dat kost je jammer genoeg punten. Hieronder zie je een filmpje waar je op moet letten:
In alle examens Nederlands moet de signaalwoorden of verbindingswoorden kennen. Ten eerste vergroot dat je begrip van de tekst en kun je fouten vermijden en punten winnen. Wat zijn de signaalwoorden?
Indicator | Plaats | Signaalwoorden |
---|---|---|
Tijd | Eerst, vervolgens, daarna, toen, ten slotte | |
Plaats | Hier, daar, waar, waarin, waarop | |
Tegenstelling | Echter, maar, daarentegen, hoewel, toch, tenzij | |
Opsomming | En, ook, daarnaast, bovendien, ten eerste, ten tweede | |
Argumentatie | Voor het standpunt | Naar mijn mening, concluderend, kortom, dus |
Voor argumenten die losstaan van andere argumenten | Ten eerste…, overigens, nog afgezien van, trouwens | |
Voor argumenten die horen bij andere argumenten | Daarbij komt, vooral ook, omdat | |
Voor argumenten die andere argumenten verdedigen | Want, namelijk, omdat | |
Verklaring | Dus, omdat, daarom, daardoor |
Bij het eindexamen vwo moet je weten wat drogredenen zijn. Een drogreden is een voorbeeld van foutieve argumentatie. Het standpunt wordt namelijk niet of niet geldig onderbouwd.
Dit levert nogal eens problemen op. Er zijn er maar liefst twaalf. We geven je hier een paar voorbeelden. maar leer ze allemaal!
Een ander moeilijk onderdeel van het examen is het verschil tussen betogende -, beschouwende - en uiteenzettende teksten. Hieronder leggen we de verschillen in het kort uit.
Een betoog bevat de duidelijk de mening van de schrijver. De schrijver wil jou als lezer immers overtuigen van die mening. Je zal in een betoog dan ook regelmatig het woord ‘ik’ zien staan (‘ik vind’, ‘ik ben van mening dat…’). De schrijver geeft vaak ook zijn argumenten.
In een beschouwing kunnen meningen voorkomen, maar de schrijver geeft zijn of haar eigen mening niet. Het is namelijk de bedoeling dat jij als lezer je eigen mening objectief kan bepalen.
De schrijver kan wel meningen van anderen geven. Allebei de kanten van een zaak worden toegelicht en het is aan jou om te bepalen hoe jij erover denkt.
In een uiteenzetting komt zelden het woord ‘ik’ voor. De schrijver wil de lezer immers alleen maar informeren. Een uiteenzetting is alleen gebaseerd op feiten. Meningen komen niet voor!
Maak eerst een kladversie van je samenvatting en tel de woorden goed. Als er dertig woorden woorden worden gevraagd, schrijf dan ook dertig woorden! Zet het aantal woorden dat je hebt gebruikt er altijd bij.
Let ook op het aantal zinnen dat je moet citeren. Als je één zin moet citeren, citeer dan ook echt één zin. Citeer dan niet meerdere zinnen!
Hoe Bereid je je Voor op je Eindexamen Nederlands?
Zorg dat je van tevoren weet wat je op je examen Nederlands te wachten staat. Check vlak voor het examen de website van Cito.
Je vindt daar namelijk een overzicht waarin je kunt zien uit hoeveel opgaven het examen bestaat en hoeveel punten iedere opgave waard is. Bovendien is er ook een andere manier om je op je eindexamen Nederlands voor te bereiden, namelijk Oefenen, oefenen en nog eens oefenen! Hoe doe je dat?
Maak sowieso je huiswerk en stel vragen als je iets niet snapt. Maak aantekeningen als je bepaalde begrippen moeilijk vindt, zodat je ze later nog eens kunt nakijken. Werk daarom ook netjes.
Begin op tijd met leren voor je eindexamen. Je kunt in een maand veel doen, maar dat kan voor stress zorgen, als er opeens iets tussendoor komt. Neem dus ruim de tijd.
Verdiep je in de examens van voorgaande jaren. Maak ze en kijk ze na. Op internet zijn ze gemakkelijk te vinden door Nederlands examen oefenen in te typen. Je kunt ook met oude examenbundels werken.

Er zijn ook tal van filmpjes over de Nederlandse taal op YouTube te vinden, die je bepaalde dingen die je moeilijk vindt duidelijk uitleggen. Maak aantekeningen en stel woordenlijsten op van woorden die je niet weet! Onderstaand filmpje geeft je een aantal tips voor je eindexamen Nederlands.
Lees veel verschillende teksten. Denk aan kranten als de Volkskrant en het NRC. Maak het jezelf niet al te gemakkelijk en probeer te teksten te doorgronden.
Schakel Huiswerkbegeleiding of Bijles Nederlands In
Als je pas serieus gaat studeren vlak voordat je eindexamen gaat doen, dan zal dat je hard vallen. Omdat Nederlands een vak waarbij je veel moet oefenen, moet je dat consequent bijhouden. Dus maak altijd je huiswerk.
Als je bij je huiswerk al hardnekkige problemen ervaart en de uitleg van je docent niet voldoende voor je is, overweeg dan op tijd huiswerkbegeleiding in te schakelen. Dat voorkomt dat je bij de verdere lessen nog meer in de problemen komt.

Wil je goed beslagen ten ijs komen op je eindexamen Nederlands dan kun je ook overwegen om een bijlesdocent in te huren. Je kunt dat doen door bijvoorbeeld te kijken op de website van Superprof. Je kunt daar bijlesdocenten vinden door heel Nederland.
Ze kunnen je helpen als je problemen hebt met je huiswerk als je bepaalde onderdelen niet begrijpt of je klaarstomen voor je eindexamen. Je kunt kiezen om ze bij je thuis te laten komen, naar hen toe te gaan of online via de webcam met ze te werken.
De prijzen variëren, afhankelijk van hoe en wat je wilt leren en de opleiding en ervaring van de bijlesdocent, van circa € 21,- tot € 50,- per uur.
Het kiezen van de juiste docent voor jou wordt gemakkelijk gemaakt doordat de meeste docenten de eerste les gratis aanbieden, zodat je weet met wie je gaat samenwerken.