Over het algemeen hebben mensen niet zo'n goede indruk van een sloddervos. Men denkt wel eens dat een slordig en rommelig persoon nooit iets zal bereiken.
Maar aan de andere kant zei Einstein ook iets over een rommelig bureau ten opzichte van een leeg bureau! Hij zei namelijk: "Als een overvol bureau een teken is van een overvolle geest, wat betekent een leeg bureau dan?"
Volgens zijn onderzoekswetenschapper was Sir Alexander Fleming een beruchte sloddervos. Volgens Alison, de onderzoeker in kwestie, vond Dr. Fleming regelmatig bacteriegroei in zijn kweekplaten. Het ging hier echter over bacteriën die hij niet gepland, gekweekt, verwacht of bij onderzoek gebruikt had. Kortom, Dr. Fleming was niet bepaald een ordelijke wetenschapper.
En daar zijn we blij om!
Ware het niet voor Alexander Fleming's onhygiënische - zelfs haast nonchalante werkwijzen, dan had hij bij zijn thuiskomst uit vakantie wellicht geen mysterieuze bacterie aangetroffen op een bord. Had hij dat nooit opgemerkt, dan behandelden we nu nog steeds blaasontstekingen met zwaveltabletten.
We kunnen dus met een gerust hart zeggen dat Alexander Fleming het bewijs was van de rommeltheorie van Einstein.
Het is best mogelijk dat Dr Fleming gewoon zoveel aan zijn hoofd had dat hij zich niet kon bekommeren om futiliteiten als de schoonmaak van zijn werkruimte. Maar misschien, omdat zijn onderzoek rond de groei van bacteriën draaide, wilde hij zijn studieobjecten gewoon zoveel mogelijk ruimte gunnen.
We zullen het pas weten als we zijn leven eens nader bestuderen.
Zoek je naar scheikundelessen? Volg je les gerust via Superprof. Onze leraren helpen je graag!
Alexander Fleming: Bijzonderheden
Alexander Fleming werd geboren op 6 augustus 1881, op een boerderij in Ayrshire, Schotland. Zijn vader was al behoorlijk op leeftijd toen baby Alexander kwam; hij overleed namelijk toen de jongen nog maar zeven jaar oud was.
In zekere zin bleef de jonge Alexander door dat verlies stuurloos achter.

Doorgaans gaf een vader zijn zoon in die tijd het advies om een geschikte loopbaan te vinden. Omdat hij die begeleiding niet kende, bleef Alexander waarschijnlijk openstaan voor alle mogelijkheden, aangezien hij geen specifieke loopbaan in gedachten had.
Afgezien van het gebrek aan vaderlijke begeleiding, was geld wellicht ook een factor die zijn toekomstperspectieven in de war stuurde. Gelukkig verwierf hij zich een tweejarige studiebeurs voor de Kilmarnock Academy, waar de zware leerstof de jonge Fleming klaarstoomde voor zijn opleiding aan de Universiteit van Westminster.
Opmerking: destijds werd die universiteit de Royal Polytechnic Institution genoemd.
Na zijn studie ging hij aan de slag in een scheepvaartkantoor. Na de dood van een oom erfde hij een som geld. Zijn oudere broer, die de vaderrol op zich nam, raadde hem aan om in zichzelf en zijn toekomst te investeren door geneeskunde te studeren.
Amper 22 jaar oud - waarvan hij er vier in de scheepvaart werkte - ging Alexander Fleming verder in de academische wereld, ditmaal aan Saint Mary's in Paddington. Drie jaar later studeerde hij weer af met zijn diploma Bachelor of Medicine.
Dat kon het verhaal van Dr Fleming geweest zijn, ware het niet dat hij zich nadien opgaf voor het Vrijwilligersleger van het Londense Schotse Regiment.
Fleming was gedurende die tijd op Saint Mary's soldaat bij de strijdkrachten en lid van de schietclub op de school. De aanvoerder van de club, die geen ervaren teamlid wilde verliezen, suggereerde een manier waarop Fleming op de campus kon blijven.
Sir Almroth Wright, een bacterioloog die daar in dienst was, had een assistent nodig. Terwijl hij zijn Bachelor of Science haalde, werkte Fleming aan de zijde van deze pionier op het gebied van immunologie en vaccintherapie.
Hij doceerde daarna aan Saint Mary's tot 1914, het jaar waarin hij ging vechten in de Eerste Wereldoorlog.
Net als Louis Pasteur, die baanbrekend werk verrichtte met vaccins, had Alexander Fleming geen specifieke loopbaan voor ogen. Beide heren belandden door puur toeval in de wereld van onderzoek en ontdekking.
De vroege ontdekkingen van Dr Fleming
Tijdens de oorlog opereerden Dr Fleming en zijn medewerkers in slagveldziekenhuizen in Frankrijk. Hij stelde vast dat antiseptische behandeling meer kwaad dan goed deed, en concludeerde dat sepsis optrad omdat de bacterie die het veroorzaakte zich te diep in het vlees van de patiënten had ingevreten om er met de uitwendige middelen bij te kunnen.
Hij merkte ook op dat de antiseptische middelen de heilzame bacteriën op het wondoppervlak doodden. Deze hadden de giftige organismen kunnen neutraliseren.
Fleming zette zijn experimenten en conclusies uitvoerig uiteen in een Lancet-artikel. Hoewel hij veel steun vond bij zijn mentor, Sir Wright, werd zijn proefschrift meestal genegeerd door de meerderheid van de oorlogsartsen, die de wonden van hun patiënten met antiseptica bleven behandelen - ook al werd de toestand van hun patiënten daardoor slechter.
Toen de oorlog was afgelopen, keerde hij terug naar Sint Maria, met het plan om zich te concentreren op bacteriegroei en hoe die te beperken. Hier wierp zijn slordigheid zijn vruchten af.
Zoek je naar scheikundelessen? Volg je lessen gerust via Superprof. Onze leraren helpen je graag!

Fleming ondervond vaak dat zijn kweekplaten besmet waren met bacteriën afkomstig uit de omgevingslucht. Op een dag snoot hij zijn neus en veegde het slijm af op zo'n kweekplaat. Al snel verscheen er een ‘dode ring' rond het slijm, wat erop wees dat de bacteriën die het dichtst bij het materiaal lagen de bacteriegroei hadden geneutraliseerd.
Hij herhaalde het experiment met bacteriën die in een gele oplossing waren gedrenkt, met bijna onmiddellijk resultaat. Minuten nadat hij zijn slijmen had toegevoegd, werd de gekleurde oplossing helder, alweer een bewijs dat het menselijk lichaam antibacteriële stoffen produceert. Hij testte dit vervolgens met diverse lichaamsvloeistoffen: bloed, tranen, gal pus en sperma; hij testte zelfs eiwit.
Opnieuw toonde de medische gemeenschap weinig belangstelling voor zijn ontdekking.
Marie Curie, de chemicus die zowel radium als polonium ontdekte, ontdekte haar vondsten ook per toeval...
De ontdekking van penicilline
Ondanks het gebrek aan belangstelling voor zijn bevindingen (en de slordigheid van zijn lab), stond Dr. Fleming bekend als een briljant bacterioloog. Niemand keek dus op toen hij het onderzoek naar Staphylococcus aureus, de bacterie die stafylokokken infecties veroorzaakt, voortzette waar Joseph Warwick Bigger was opgehouden.
Dit werk was van kritiek belang omdat, zoals Dr. Bigger ontdekt had, deze bacterie kon uitgroeien tot verschillende variëteiten.
Voordat hij met zijn gezin op vakantie ging, zette Dr. Fleming deze bacterie op verschillende kweekplaten en liet ze op zijn tafel achter. Bij zijn terugkomst merkte hij op dat één zo'n plaat overwoekerd was door een schimmel en, meer nog, dat de bacterie in de buurt van die schimmel dood was.
Nog merkwaardiger was dat bacteriekolonies die zich verder van de schimmel bevonden, bleven floreren. Dat was de aanleiding voor Dr. Flemings beroemde uitspraak "That's funny!".
Nadat hij deze vreemde besmetting aan een voormalig assistent had laten zien, zag hij de overeenkomst tussen zijn slijmexperimenten en de manier waarop deze nieuwe schimmel zich gedroeg. Verder onderzoek bracht aan het licht dat de schimmel van het Penicillium-geslacht was en dat deze werkte tegen bacteriën die onder andere longontsteking, difterie en roodvonk veroorzaken, maar niet buiktyfus.
Helaas voor hem bestreed deze schimmel Gram-positieve bacteriën; hij was op zoek naar een schimmel die Gram-negatieve bacteriën zou beïnvloeden. Toch presenteerde hij er in 1929 een artikel over op de Medical Research Club. Vreemd genoeg veroorzaakte zijn ontdekking nauwelijks enige opschudding in de medische wereld.
Ook toen hij zijn bevindingen in 1936 presenteerde geloofde niemand hem, en een nummer van 1941 van het British Medical Journal meldde dat zijn ontdekking niet als belangrijk werd beschouwd.
Wist je dat Dr Fleming en Rosalind Franklin, de wetenschapper die DNA ontdekte, iets gemeen hebben? Ze werden beiden aanvankelijk afgekraakt voor hun werk.

Onderscheidingen en erkenningen
In tegenstelling tot Joseph Priestley, de chemicus die zuurstof en andere gassen ontdekte, rellen uitlokte en zijn geboorteland moest ontvluchten, werd het werk van Alexander Fleming goed ontvangen, ook al zag aanvankelijk niemand er het nut van in.
Dokter Fleming bleef de productiemethoden van penicilline verder perfectioneren. Na de publicatie van zijn artikel over de effectiviteit van penicilline begonnen de Australische farmacoloog Howard Florey en de Duitse biochemicus Ernst Chain hun onderzoek naar de massaproductie van dit zwaar onderschatte antibioticum.
Chain, Florey en Fleming deelden voor hun werk de Nobelprijs voor Geneeskunde in 1945.
Andere prijzen en erkenningen die aan Sir Fleming werden toegekend zijn o.a.:
- Het Grootkruis van het Legioen van Eer door de Franse regering
- Het Grootkruis van de orde van de Phoenix door de Griekse regering
- Het Ridder Grootkruis van de Orde van Alfonso X de Wijze door de Spaanse regering
- Geridderd door Koning George VI
- De Medaille voor Verdienste van de Verenigde Staten
- De Cameron Prijs voor Therapeutica van de Universiteit van Edinburgh (gedeeld met Florey)
- Straten, metrostations en pleinen wereldwijd die naar hem genoemd werden
- Standbeelden, het meest opvallende staat net buiten de arena in Madrid.
Zoek je toevallig naar scheikunde bijles? Volg je bijles gerust via Superprof!

Je vraagt je misschien af hoe dit alles tot stand kwam, gezien de bevindingen van Dr. Fleming het grootste deel van de tijd vrijwel genegeerd werden.
Een van de vrienden van zijn broer had een hersenvliesontsteking opgelopen. Geen enkele van de standaardbehandelingen bracht hem enig soelaas, dus vroeg Dr Fleming aan Dr Florey om hem een monster van gezuiverde penicilline te sturen. Opmerkelijk genoeg herstelde de patiënt binnen een week volledig. Zoals gebruikelijk publiceerde Dr. Fleming de gebeurtenis in The Lancet.
Dit gebeurde in 1943. De Tweede Wereldoorlog was in volle gang en er was dringend behoefte aan nieuwe geneesmiddelen om infecties bij gewonde soldaten te bestrijden.
Er werd een penicilline-comité opgericht; hierin zaten commerciële fabrikanten en de militaire bondgenoten van Groot-Brittannië. Zij zetten de Amerikaanse productiemachine aan het werk en al gauw werd een aanzienlijke voorraad geproduceerd; genoeg om elke geallieerde soldaat te behandelen.
Zonder Sir Fleming's medeweten of toestemming hadden de Amerikaanse producenten de productie van penicilline gepatenteerd. "Ik ontdekte penicilline en schonk het aan de wereld voor het welzijn van de mens! Waarom zou een vreemd land er geld aan moeten verdienen?" zei hij verontwaardigd.
Ondanks het feit dat anderen van zijn werk profiteerden, redde Sir Fleming's ontdekking ontelbare levens en bracht hij een revolutie teweeg in de moderne geneeskunde. Gelukkig is zijn naam uiteindelijk toch bekend geworden, niet die van hen die rijk zijn geworden door zijn harde werk.
Hier vind je nog meer beroemde scheikundigen en hun ontdekkingen!