Hoofdstukken
Bart Chabot (1954) is een Nederlandse dichter en schrijver en podiumman. Wie aan Chabot denkt, denkt aan beweging. Achter zijn bril sprankelen een tomeloze energie en verbeelding, die zijn vastgelegd in zijn poëzie, verhalen en biografieën.
Ik hou niet van theater
Ik hou van echt
probleem is:
alleen in het theater ben ik echt (Bron: literatuurmuseum.nl/schrijversgalerij/schrijvers/bart-chabot)

De Tijd van Bart Chabot
Het was de tijd van de wederopbouw. De geleidelijke intrede van moderniteiten zoals de koelkast, wasmachine, telefoon, televisie en auto.
Er worden protestbewegingen opgericht: Nozems (vanaf 1955). Provo’s (1965-1967).
In de tweede helft van de jaren zestig ontstond de hippiecultuur. Er was veel aandacht voor leven in harmonie met de natuur; Flowerpower. Ze verzetten zich tegen milieuvervuiling en waren tegen de Vietnamoorlog. Ze organiseerden muziekfestivals (Woodstock, 1969), hadden interesse in oosterse religies (met name zaken als meditatie, trance) en gebruikten drugs om de geest te verruimen.
Bloei van literaire festivals: literatuur wordt een evenement, onderdeel van een avondvullend programma met vermaak en persoonlijk contact met de schrijvers. De podiumdichter niet meer weg te denken uit de Nederlandse literatuur. Denk aan de Nacht van de Poëzie. In de podiumpoëzie staat de performance van de dichter centraal.
In de periode 1977-1980 kwam de punkcultuur op in het Verenigd Koninkrijk en in de meeste westerse grootstedelijke centra.
Aanslagen op 11 september 2001. Het World Trade Center stort geheel in en een deel van het Pentagon wordt verwoest.
De zelfmoord van rock-'n-roll idool Herman Brood in 2001, vier maanden voor zijn vijfenvijftigste verjaardag.
De moorden op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh (2004), die grote spanning in de samenleving bracht.
De huidige oorlog in de Oekraïne.
Het Leven Van Bart Chabot
Over de jeugd van Bart Chabot kun je alles lezen in zijn boek Mijn vaders Hand uit 2020.
Hierin schrijft hij over het gezin waarin hij opgroeide; vader, moeder en zus. Het waren de jaren vijftig en veel is herkenbaar voor tijdgenoten. Het stapelbed, waar hij samen met zijn zusje sliep, de avondmaaltijd om stipt zes uur, de wekelijkse wasbeurt, geen mobiele telefoon, enzovoort. Charbot haalde veel kattenkwaad uit, maar werd daar uitzonderlijk zwaar voor gestraft. Het alle hoeken van de kamer zien was hem niet vreemd. Hij kreeg ook regelmatig te horen dat hij beter niet geboren had kunnen worden.
Het meest pijnlijke in het boek is het moment waarop Chabot (hij is dan negen) twee weken lang totaal genegeerd wordt door het gezin. Hij mag niet aan tafel eten, hij mag zich zelfs niet vertonen als de overige gezinsleden thuis zijn. Eenzame afzondering op zijn kamer.
Het optreden van zijn ouders richting hem, veroorzaakte dat er jarenlang geen contact was tussen hem en zijn ouders. Zijn vader stierf zonder dat ze elkaar weer gesproken hadden; het contact met zijn moeder werd op haar sterfbed 'hersteld'.
Chabot behaalde na veel schoolstrubbelingen uiteindelijk in 1974 zijn Atheneumdiploma. Daarna diende hij als dienstplichtig militair bij de Koninklijke Luchtmacht. Hij studeerde enige tijd Nederlands aan de Leidse universiteit.
In de jaren zeventig belandde hij in het Engelse punkcircuit. Kort daarna leerde hij de dichter Jules Deelder en schrijver, dichter en voordrachtskunstenaar Johnny van Doorn alias Johnny the Selfkicker, kennen. Met hen en later ook met de dichteres Diana Ozon trad hij veel op in het clubcircuit, destijds bestaande uit jongerencentra en kraakpodia.
In 1981 debuteerde hij met de dichtbundel Popcorn.
Bart Chabot trouwde in 1987 kreeg in de loop der jaren vier zonen.
In 1989 debuteerde Chabot in het theater met Remco Campert en Jan Mulder, in 1998 begon hij een theatertournee met Herman Brood en Jules Deelder en van 2005 t/m 2008 toerde hij met Martin Bril en Ronald Giphart.
Chabot beleefde zijn literaire doorbraak naar het grote publiek met zijn vierdelige biografie over Herman Brood. In 2007 ontving hij de Johnny van Doornprijs voor de gesproken letteren.

In 2010 werd bij Bart Chabot een brughoektumor geconstateerd, waarvoor hij werd behandeld. Over zijn ziekte en de bijbehorende bestralingen, plus de effecten voor zijn gezin, schreef Chabot het boek Diepere Lagen.
In 2013 verscheen Triggerhappy, waarmee Bart Chabot debuteerde als romanschrijver.
De Schrijver en Dichter Bart Chabot
Chabot gebruikt voor zijn gedichten meerdere pagina’s. Het lijken wel cabaretteksten met een dichterlijke inslag. Je moet de gedichten snel lezen, net zo snel als Chabot dat zelf doet. Doe je dat niet dan mis je de impact.
Je zou deze gedichten kunnen zien als een Rock-‘n-roll weergave van het moderne leven zijn, niet zo vreemd, gezien feit dat hij jarenlang omging met de Rock 'n rollerrock Herman Brood.
Bart Chabot is een druktemaker - hyperactief - die thema’s zoals dood, leven, hemel, hel, in een ritmische praat poëzie aan de orde stelt. Om zijn toehoorders te vermaken vertelde hij flauwe grappen tussendoor en dit kwam zijn serieuze thema’s niet altijd ten goede. Wil je een indruk krijgen van zijn manier van voordragen kijk dan op YouTube naar Bart Chabot op de Nacht van de Poëzie in 2014
Toch leek hij zich daar ook zelf van bewust te zijn. In latere dichtbundels gaf hij meer ruimte voor de stilte en vervalt hij veel minder in lolligheid.
Hierbij een greep uit zijn werk:
Poëzie: o.a.: Als u zó gaat beginnen (1979), Popcorn (1981), Captain America (1982), !Stand (1985), Genadebrood (1993), Judaskus (1997), De kootjesblues (2000), Zand erover (2003), Greatest Hits Vol. I, verzamelde gedichten 1954 - 2004 (2004), Mc Pain (2007), Signore Coconut (2007), De bril van Chabot (2008), Bananenrepubliek (2016), Hosanna dagen (2018)
Proza: Babylon Hotel. Verhalen (1988), Duingheest. Novellen (1990), Broodje gezond (1996), Broodje halfom (2001), Brood en spelen (2002), Broodje springlevend (2003), deze vier titels vormen samen de biografie van Herman Brood. Elvistranen (2004), Patatje oorlog. Het grote junkfoodboek (2008), in samenwerking met Pierre Wind, Schiphol Blues (verhalen, 2009), Scheveningse wolken (columns, 2009), Diepere Lagen (2011), Triggerhappy (roman, 2013), Zestig (verhalen, 2014), Mijn vaders hand (roman, 2020), Hartritme (roman 2021).
Bekendste Gedichten van Bart Chabot

Chabots poëzie kenmerkt zich door haar verhalend karakter; zijn gedichten zijn monologen, in directe bewoordingen, waarin hij chaos en dood probeert te bezweren.
Het eerste gedicht uit de bundel Greatest Hits Vol. I:
Op Scheveningen
_wij liepen aan zee
mijn vader mijn moeder en ik
zomer 1958
ik was vier
– de wind
wast
mijn haren
schoon – schijn ik
te hebben gezegd
– godallemachtig – riep mijn vader uit
hij keek mijn moeder aan
– het zal toch geen dichter
wezen, he? –_ (Bron: De Groene Amsterdammer, 2005. Interviewer René Zwaap)
Bovenal zijn de gedichten van Bart Chabot extreem Hollands. Het thema van het Hollandse landschap, met zijn lage grijze luchten en in zichzelf gekeerde bomen, komen veel in zijn werk voor. Het is een troosteloos landschap, de eenzaamheid van de dichter wordt er alleen maar door versterkt.
Lage Zwaluwe
_op een dag
ging het mis
het regende herfst
een uitgelezen dag om jezelf
te verhangen
op zich misschien
niet zo bijzonder
je hebt allemaal weleens
zulk soort dagen?
maar dit was anders
voor mijn hoofdpersoon
mijn ik
want dit was de zoveelste dag
van het zoveelste jaar
de zóveelste keer
ik voel me januari
de zon heeft de kracht van een waakvlammetje
goed genoeg voor deze planeet
maar niet voor mij_
(uit: Zand erover, 2003)
Chabot: Dat gedicht schreef ik toen het echt kantje boord was geweest, niet lang nadat Herman Brood er vantussen was gegaan. Ik voelde de zinloosheid van het leven als nooit tevoren.[…] De Groene Amsterdammer, 2005. Interviewer René Zwaap).

De Impact van Bart Chabot
Bart Chabot is naar eigen zeggen lang “de minst dan wel de slechtst besproken schrijver van Nederland” geweest.
Hij wordt maar zelden gerecenseerd. “Ik ben de minst dan wel de slechtst besproken schrijver van Nederland”, constateert hij zelf. “Ze vinden me de schreeuw dichter, banaal, beslist niet literair verantwoord. [ …]”
Daarom was Chabot ook zeer in zijn nopjes toen, de door iedere schrijver, zo ook Chabot, gevreesde polemicus Gerrit Komrij een positief oordeel als nawoord bij de meest recente uitgave van de verzamelde poëzie van Chabots Greatest Hits Volume 1 schreef.
Daarin noemt hij Chabot een mysticus die op eigen manier Orfeus en het schaduwrijk speelt. Komrij spreekt van mystieke gedichten, en toch die indruk van rauwe, uit het leven gegrepen verhalen. Je bent gevoelig voor het geheime leven achter het schijnbaar alledaagse leven van Bart Chabot of je bent het niet, schrijft Komrij. (Bron: De Groene Amsterdammer, 2005. Interviewer René Zwaap).
Voor Chabot stond dit stukje van Komrij gelijk aan het winnen van de Nobelprijs voor de literatuur.
Maar zoals bij alles, heeft iedereen zijn eigen mening, zoals Komrij al zei. Met andere woorden: óf je vindt de man en zijn werk helemaal te gek óf je vindt het helemaal niks.
Het platform dat privé leraren en leerlingen met elkaar verbindt